Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 6741
6741. En de dochter van farao zei tot haar: Ga heen; dat dit de instemming uit dat godsdienstige betekent, staat vast uit de uitbeelding van de dochter van farao, namelijk het godsdienstige, nr. 6729; dat het de instemming is, is zonder ontvouwing duidelijk.
Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2769
2769. Dat de woorden ‘en Hij zei tot hem; Abraham’ de innerlijke gewaarwording van de Heer uit het Goddelijk ware betekenen, blijkt uit de betekenis van zeggen in de historische gedeelten van het Woord, te weten innerlijk gewaarworden, waarover in de nrs. 1898, 1919, 2080, 2619;
en uit de uitbeelding van Abraham, namelijk de Heer. Dat de innerlijke gewaarwording uit het Goddelijk Ware was kan hieruit blijken, dat er gezegd wordt God en niet Jehovah; want waar in het Woord over het ware wordt gehandeld, daar wordt gezegd God; waar echter over het goede wordt gehandeld, wordt gezegd Jehovah, zie nr. 2586;
dit is de reden, waarom in dit vers God wordt gezegd en eveneens in hetgeen volgt tot vers 11, omdat daar over de verzoeking wordt gehandeld. En dat in vers 11 en de daarop volgende verzen Jehovah wordt gezegd, komt omdat daar gehandeld wordt over de bevrijding; want alle verzoeking en verdoemenis komt uit het ware voort, alle bevrijding en zaligmaking echter uit het goede; dat het ware verdoemt en het goede behoudt, zie de nrs. 1685, 2258, 2335.