Bible

 

Exodus 28:43

Studie

       

43 Aaron nu en zijn zonen zullen die aanhebben, als zij in de tent der samenkomst gaan, of als zij tot het altaar treden zullen, om in het heilige te dienen; opdat zij geen ongerechtigheid dragen en sterven. Dit zal een eeuwige inzetting zijn, voor hem, en zijn zaad na hem.

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalyps Onthuld # 348

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 962  
  

348. En ik hoorde het getal van degenen die gezegeld waren, honderdvierenveertigduizend, betekent allen die de Heer als de God van hemel en aarde erkennen en in de ware dingen van de leer vanuit het goede van de liefde uit Hem door het Woord zijn.

Dat die door de 144000 vanuit de twaalf stammen Israëls worden aangeduid, is omdat door de twaalf stammen Israëls wordt aangeduid de Kerk vanuit hen die in het goede en ware uit de Heer zijn en Hem als de God van hemel en aarde erkennen; onder het getal 144000 worden al diegenen verstaan; met dat getal wordt immers iets eenders aangeduid als met twaalf, aangezien het voortkomt uit de vermenigvuldiging van 12 met 12 en daarna uit de vermenigvuldiging met 100 en met 1000; en elk getal, met zichzelf vermenigvuldigd en daarna met 10, 100 of duizend, betekent iets eenders als het oorspronkelijke getal; dus het getal 14400 iets eenders als 144 en dit iets eenders als het getal 12, omdat 12 maal 12, 144 maakt; evenzo 12000 gezegelden vanuit elke stam maal twaalf maken er 144000.

Dat het getal twaalf alle dingen betekent en daarvan gesproken wordt met betrekking tot de ware dingen vanuit het goede, is omdat 12 voortkomt uit de vermenigvuldiging van 3 en 4, en het getal 3 betekent alles ten aanzien van het ware en het getal 4 alles ten aanzien van het goede, vandaar hier twaalf alles ten aanzien van het ware vanuit het goede van de liefde.

Dat alle getallen toevoegsels tot de dingen betekenen die de hoedanigheid of de hoeveelheid ervan bepalen, kan duidelijk vaststaan uit de getallen in de Openbaring, die, indien zij niet zouden aanduiden, in vele plaatsen niet enige zin zouden hebben.

Uit wat nu is gezegd kan men zien, dat onder de 144000 gezegelden en onder de 12000 vanuit elke stam, niet wordt verstaan dat zovelen vanuit de stammen Israëls gezegeld en uitverkoren zijn, maar dat het allen zijn die in de ware dingen van de leer vanuit het goede van de liefde uit de Heer zijn.

Dit wordt in het algemeen aangeduid met de twaalf stammen Israëls en eveneens met de twaalf apostelen van de Heer, in het bijzonder echter een of ander ware vanuit het goede met elke stam en met elke apostel; wat echter hier met elke stam wordt aangeduid, zal hierna worden gezegd.

Aangezien de twaalf stammen alle ware dingen van de leer vanuit het goede van de liefde uit de Heer betekenen, betekenen zij daarom ook alle dingen van de Kerk en daarom beeldden de twaalf stammen Israëls de Kerk uit en evenzo de twaalf apostelen.

Omdat 12 wordt gezegd van de ware en de goede dingen van de Kerk, wordt daarom het Nieuwe Jeruzalem, waaronder de Nieuwe Kerk van de Heer wordt verstaan, in de afzonderlijke dingen beschreven met 12; zoals dat ‘de stad in lengte en breedte was 12000 stadiën; dat de muur ervan was 144 ellen; 144 is 12 maal 12; dat er 12 poorten waren en de poorten van 12 paarlen; dat op de poorten 12 engelen waren; en de namen geschreven van de 12 stammen Israëls; dat er twaalf fundamenten van de muur waren; en daarin de namen van de twaalf apostelen van het Lam; en dat zij bestonden uit 12 kostbare stenen; en verder dat daar de Boom des Levens was, makende 12 vruchten, naar de twaalf maanden; zie over al deze dingen de hoofdstukken 21 en 22.

Vanuit degenen waarover hier wordt gehandeld, werd de Nieuwe Hemel gevormd en wordt de Nieuwe Kerk gevormd, uit de Heer; dezen immers zijn dezelfden die vermeld worden in hoofdstuk 14 e.v., waar het volgende over hen gezegd wordt:

‘En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Zion en met Hem 144000; en zij zongen een nieuwe lied voor de troon en niemand kon het lied leren dan die 144000 van de aarde gekochten; zij zijn maagden en zij volgen het Lam waar Het ook heengaat’, (Openbaring 14:3, 4).

Aangezien de twaalf stammen de Kerk van de Heer betekenen ten aanzien van al haar ware en goede dingen, is daarom het getal 12 het getal van de Kerk geworden en in plechtig gebruik in haar heiligheden, zoals dat op ‘de borstlap des gerichts, waar de urim en de thumim waren, 12 kostbare stenen waren’ , (Exodus 28:21).

Dat ‘12 broden der aangezichten op de tafel in de tabernakel werden gelegd’, (Leviticus 24:5, 6).

Dat ‘Mozes een altaar bouwde onder aan de berg Sinaï en 12 gedenkzuilen oprichtte’, (Exodus 24:4).

Dat ‘12 mannen gezonden werden om het land Kanaän uit te speuren’, (Deuteronomium 1:23).

Dat ‘12 mannen 12 stenen vanuit het midden van de Jordaan heendroegen’, (Jozua 4:1-9, 20).

Dat ‘de 12 vorsten ter inwijding van het altaar aandroegen 12 schotels van zilver, 12 sprengbekkens van zilver, 12 reukschalen van goud, 12 varren, 12 rammen, 12 lammeren en 12 geitenbokken’, (Numeri 7:84, 87).

Dat ‘Elia 12 stenen nam en een altaar bouwde’, (1 Koningen 18:31, 32).

Dat ‘Elia Elisa vond, toen hij met 12 juk ploegde en hijzelf onder de twaalf was en dat hij toen de toga op hem wierp’, (1 Koningen 19:19).

Dat “Salomo onder de bronzen zee 12 ossen stelde’, (1 Koningen 7:25, 44).

Dat ‘hij een troon maakte, bij de trappen ervan 12 leeuwen staande’, (1 Koningen 10:19, 20).

Dat ‘op het hoofd van de met de zon omgeven vrouw een kroon van 12 sterren was’, (Openbaring 12:1).

Hieruit kan nu vaststaan, dat onder de 144000 gezegelden, 12000 vanuit elke stam, niet evenzovele in getal van de Joden en de Israëlieten worden verstaan, maar allen die vanuit de Nieuwe Christelijke Hemel en vanuit de Nieuwe Kerk, in de ware dingen van de leer vanuit het goede van de liefde door het Woord uit de Heer zullen zijn.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl