Bible

 

Exodus 28:42

Studie

       

42 Maak hun ook linnen onderbroeken, om het vlees der schaamte te bedekken; zij zullen zijn van de lenden tot de dijen.

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalyps Onthuld # 213

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 962  
  

213. Opdat niet de schaamte van uw naaktheid zal verschijnen, betekent opdat niet het goede van de hemelse liefde ontwijd en verechtbreukt zal worden.

Niemand kan weten, wat de schaamte van de naaktheid betekent, dan alleen hij die weet dat de leden van de verwekking in het ene en het andere geslacht, die ook de geslachtsorganen worden genoemd, overeenstemmen met de hemelse liefde; dat er een overeenstemming is van de mens en van al zijn leden met de hemelen, zie het werk ‘Hemel en Hel’ te Londen uitgegeven in het jaar 1758, nrs. 87-102; en dat de geslachtsdelen overeenstemmen met de hemelse liefde, in het werk ‘Hemelse Verborgenheden’ ook te Londen uitgegeven, nrs. 5050-5062.

Omdat nu die leden overeenstemmen met de hemelse liefde, namelijk de liefde van de derde of binnenste hemel en de mens uit de ouders wordt geboren in de aan die liefde tegenovergestelde liefden, is het duidelijk dat hij, indien hij zich niet uit de Heer het goede van de liefde en het ware van de wijsheid verwerft, die worden aangeduid met het vuur beproefde goud en met witte bekleedselen, in de tegengestelde liefde zal verschijnen, die in zich profaan is.

Dit wordt aangeduid met de naaktheid ontdekken en de schaamte ervan openbaren, in de volgende plaatsen:

‘Gezegend hij die waakt en zijn bekleedselen bewaart, opdat hij niet naakt wandele en zijn schaamdelen gezien worden’, (Openbaring 16:15).

‘Dochter van Babel en van Chaldea, zit in de aarde, onthul uw lokken, onthul de dij, ga over de stromen; uw naaktheid worde onthuld en ook worde uw schande gezien’, (Jesaja 47:1-3).

‘Wee de stad der bloeden, vanwege de veelheid harer hoererijen; Ik zal de franjes over uw aangezichten opendekken en Ik zal aan de natiën tonen uw naaktheid en aan de koningen uw schande’, (Nahum 3:1, 4, 5).

‘Twist met uw moeder, opdat Ik haar niet wellicht naakt zette’, (Hosea 2:2, 3).

‘Als Ik u voorbijging, dekte Ik uw naaktheid; en Ik waste u en Ik bekleedde u, maar gij hebt gehoereerd, gij hebt niet gedacht aan uw jonkheid, toen gij naakt en ontbloot waart; deswege is uw naaktheid onthuld’, (Ezechiël 16:6) e.v..

‘Jeruzalem heeft zonde gezondigd; derhalve achten allen haar onwaardig, omdat zij haar naaktheid gezien hebben’, (Klaagliederen 1:8); onder Jeruzalem, waarover die dingen gezegd zijn, wordt de Kerk verstaan en onder ‘het Woord hoereren’ echtbreken en vervalsen, nr. 134.

‘Wee hem die de genoot doet drinken, door hem dronken te maken, opdat gij zijn naaktheid aanschouwt; drink ook gij, opdat de voorhuid onthuld worde’, (Habakuk 2:15, 16).

Wie weet wat naaktheid betekent, kan verstaan wat daarmee wordt aangeduid dat ‘Noach, toen hij van de wijn dronken was geworden, naakt neerlag in het midden van zijn tent en dat Cham zijn naaktheid zag en daarover lachte; en dat Sem en Jafet zijn naaktheid dekten, de aangezichten afkerende om die niet te zien’, (Genesis 9:21-23).

Verder, waarom het was ingesteld dat ‘Aharon en zijn zonen niet met treden op het altaar zouden klimmen, opdat niet hun naaktheid onthuld zou worden’, (Exodus 20:26).

En eveneens ‘dat zij hun zouden maken linnen broeken om het vlees der naaktheid te bedekken en dat zij op hen zouden zijn wanneer zij tot het altaar naderden en dat zij anders de ongerechtigheid zouden dragen en sterven zouden’, (Exodus 28:42, 43).

Met de naaktheid worden in die plaatsen de boze dingen aangeduid waarin de mens geboren is en die, omdat zij aan het goede van de hemelse liefde tegenovergesteld zijn, in zich profaan zijn en deze worden niet verwijderd dan door de ware dingen en door het leven daarnaar; linnen betekent ook het ware, nr. 671.

Met de naaktheid wordt ook de onschuld aangeduid en eveneens de onwetendheid ten aanzien van het goede en het ware; de onschuld met het volgende:

‘Zij waren beiden naakt, de mens en zijn echtgenote en zij hadden geen oorzaak tot schaamte’, (Genesis 2:25).

De onwetendheid ten aanzien van het goede en het ware, met het volgende:

‘Dit is het vasten dat Ik verkies; de hongerige het brood breken en wanneer gij een naakte ziet, hem bekleden’, (Jesaja 58:6, 7).

‘De hongerige geve hij zijn brood en de naakte dekke hij met een kleed’, (Ezechiël 18:7).

‘Ik ben hongerig geweest en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed’, (Mattheüs 25:35, 36).

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalyps Onthuld # 132

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 962  
  

132. Dat gij toelaat de vrouw Jezabel, betekent dat er in de Kerk bij hen zijn, die het geloof scheiden van de naastenliefde en dat alleen zaligmakend maken.

Dat het van de naastenliefde gescheiden geloof onder de vrouw Jezabel wordt verstaan, blijkt uit wat nu volgt, als het door de geestelijke zin in een reeks wordt ontwikkeld en met dat geloof vergeleken wordt; de misdaden immers van Jezabel, de echtgenote van Achab, waren de volgende: dat zij heenging en Baäl diende en voor hem een altaar oprichtte in Samaria en een bos maakte, (1 Koningen 16:31-33).

Dat zij de profeten van Jehovah doodde, (1 Koningen 18:4, 13).

Dat zij Elia wilde doden, (1 Koningen 19:1, 2).

Dat zij met list door valse getuigen in te schuiven, aan Naboth de wijngaard wegnam en hem doodde, (1 Koningen 21:6, 7) e.v..

Dat haar vanwege die misdaden door Elia werd voorzegd, dat de honden haar zouden eten, (1 Koningen 21:23).

Dat zij uit het venster geworpen werd waar zij opgemaakt stond en dat van haar bloed gesprengd werd aan de wand en aan de paarden die haar vertrapten, (2 Koningen 9:30-34).

Aangezien alle historische evenzeer als de profetische dingen van het Woord de geestelijke dingen van de Kerk betekenen, dus ook deze dingen; dat deze dingen het van de naastenliefde gescheiden geloof betekenen, staat vast uit de geestelijke zin en dan uit de vergelijking; want met heengaan en Baäl dienen en hem een altaar oprichten en een bos maken, wordt aangeduid de begeerten van elk geslacht dienen, of wat hetzelfde is, de duivel, door niet te denken over enige boze begeerte, noch over enige zonde, zoals degenen doen die geen leer van de naastenliefde en van het leven hebben, maar die van het geloof-alleen; met de profeten doden, wordt aangeduid de ware dingen van de leer vanuit het Woord vernietigen; met Elia willen doden, wordt aangeduid het Woord zelf eveneens vernietigen; met aan Naboth de wijngaard afnemen en hem doden, wordt aangeduid de Kerk zelf willen vernietigen, want de wijngaard is de Kerk; met de honden die haar aten, worden de begeerten aangeduid; met het neerwerpen vanuit het venster, het spatten van het bloed aan de wand en de vertrapping door de paarden, wordt de ondergang van hen aangeduid, want die afzonderlijke dingen duiden ook aan; het venster het ware in het licht, het bloed het valse, de wand het ware in laatsten, het paard het verstand van het Woord.

Daaruit kan men opmaken, dat die dingen, vergeleken met het van de naastenliefde gescheiden geloof, daarmee samenvallen, zoals nog meer kan vaststaan uit wat volgt in de Openbaring, waar over dat geloof wordt gehandeld.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl