Bible

 

Exodus 25:14

Studie

       

14 En steek de handbomen in de ringen, die aan de zijde der ark zijn, dat men de ark daarmede drage.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9568

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

9568. Eén massieve van zuiver goud; dat dit betekent ongerept en volmaakt, omdat het uit hetzelfde goede is, staat vast uit de betekenis van één massieve, dus de glans en al, dus alles uit het goede, dat met het goud wordt aangeduid, nr. 9550; dus ongerept en volmaakt; want dat wat geheel uit het goede is, is ongerept en volmaakt.

Onder geheel uit het goede, dus ongerept en volmaakt, wordt verstaan: wanneer het goede het al in alle dingen is, niet alleen maar in de waarheden die met de rieten worden aangeduid, maar ook in de wetenschappen die met de granaatappelen en de bloemen worden aangeduid.

Maar het zal worden gezegd hoe het hiermee is gesteld: het is het goede waaruit de waarheden zijn en het zijn de waarheden vanuit dat goede, waaruit de wetenschappelijkheden zijn, zo wordt dus het ene vanuit het andere afgeleid en door het andere voortgebracht, niettemin is het goede alles in de voortgebrachte en afgeleide dingen, omdat die uit het goede zijn.

Evenzo is het gesteld met het doel, de oorzaak en de uitwerking; het doel is het al van de oorzaak en de oorzaak is het al van de uitwerking; daaruit volgt dat het doel het al van de uitwerking is en wel dermate, dat indien het doel of de doeleindelijke oorzaak wordt weggenomen, er noch de uitwerkende oorzaak, noch de uitwerking is; evenzo volgen het hemelse, het geestelijke en het natuurlijke op elkaar; uit het hemelse is al het geestelijke en uit het geestelijke is al het natuurlijke, dat wil zeggen, uit het hemelse door het geestelijke; het hemelse bij de mens wordt al datgene genoemd dat van het goede van de liefde is, het geestelijke dat wat is van het ware van het geloof daaruit en het natuurlijke dat wat van het wetenschappelijke is.

Dat het wetenschappelijke het natuurlijke is, is omdat het wetenschappelijke het ware is, dat verschijnt in het licht van de wereld; maar het ware van het geloof, voor zover het van het geloof is bij de mens, is in het licht van de hemel.

Hieruit kan nu vaststaan hoe het ene door het andere wordt voortgebracht en van het andere wordt afgeleid en dat het eerste het al is in de voortgebrachte en afgeleide dingen en wel dermate, dat indien het eerste wordt weggenomen, de daaruit opeenvolgende dingen vergaan.

Dat het Goddelijke het eerste van alle dingen is, kan eenieder weten die zich verheugt in enig vermogen van doorvatten; waarom Dit het al is in alle dingen van de orde der dingen, dus in alle dingen van het goede en het ware, die de hemel maken en die het leven van de hemel bij de mens maken.

Bijgevolg is het goede uit het Goddelijke in alle waarheden van het geloof; en indien het niet het al is daar en indien niet het Goddelijke van de Heer het al is in het goede, dan heeft de mens niets van de hemel, dus niets van de Kerk in zich.

Maar het Goddelijke van de Heer is dan in alle dingen van het goede en daaruit in alle dingen van het ware bij de mens, wanneer hij wil uit liefde en gelooft vanuit het geloof daaruit, dat al het goede en al het ware, dus alles van de liefde en alles van het geloof uit de Heer is en volstrekt niets uit hemzelf; en verder dat hij, voor zoveel van het ware van het geloof bezit, als hij van het goede uit de Heer opneemt; want, als gezegd, het goede is het al in alle dingen van het ware en het ware zonder het goede is het ware zonder het leven.

Hieruit kan vaststaan, wat er wordt verstaan onder ongerept en volmaakt, omdat het is uit hetzelfde goede, wat wordt aangeduid met één massieve van zuiver goud.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl