Bible

 

Exodus 23:32

Studie

       

32 Gij zult met hen, noch met hun goden, een verbond maken.

Bible

 

I Samuël 8:3

Studie

       

3 Doch zijn zonen wandelden niet in zijn wegen; maar zij neigden zich tot de gierigheid, en namen geschenken, en bogen het recht.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4903

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

4903. Door te zeggen: Tamar, uw schoondochter heeft gehoereerd; dat dit de doorvatting toen betekent dat het vals is dat er enig echtelijke optreedt, staat vast uit de betekenis van zeggen in de historische dingen van het Woord, namelijk doorvatten, waarover nr. 4892;

uit de betekenis van hoereren, namelijk het valse, nrs. 2466, 2729, 3399, 4865;

uit de uitbeelding van Tamar, namelijk het innerlijke van de uitbeeldende Kerk, waarover nr. 4864;

en uit de betekenis van de schoondochter, namelijk het ware van de Kerk, nrs. 4843, 4869;

vandaar wordt met die woorden, ‘door te zeggen: Tamar, uw schoondochter heeft gehoereerd’, aangeduid het doorvatten toen, dat het vals is dat het echtelijke optreedt. Hoe het met deze dingen in hun reeks is gesteld, zie eerder in de nrs. 4864-4866, namelijk dat de Joodse natie vanuit haar godsdienstige het innerlijke van de Kerk niet anders heeft doorvat dan als een hoer en de prediking ervan en het leven ernaar niet anders dan hoererij; diegenen immers die alleen in het uiterlijke zonder het innerlijke zijn, beschouwen het innerlijke van de Kerk niet anders; zij noemen immers datgene vals wat het ware is en waar dat het valse is; de oorzaak hiervan is deze dat niemand alleen uit het uiterlijke kan zien of iets vals dan wel waar is, maar uit het innerlijke; het innerlijke gezicht moet er zijn en dat zal oordelen over de dingen die van het uiterlijk gezicht zijn en het innerlijk gezicht moet om te oordelen over de dingen die van het uiterlijk gezicht zijn in ieder geval in het licht van de hemel zijn en het is niet in het licht van de hemel tenzij het in het geloof in de Heer is en vanuit dat geloof het Woord leest. Dat de Joodse natie in het uiterlijke zonder het innerlijke was en daarom geloofde dat het ware vals is en omgekeerd, blijkt duidelijk uit hun leerstellingen, namelijk dat het geoorloofd was de vijand te haten; en eveneens uit hun leven, namelijk dat zij allen haatten die niet van hun godsdienst waren; ja zelfs dat zij geloofden Jehovah behaagd en gediend te hebben wanneer zij de natiën onmenselijk en wreed behandelden, namelijk de lichamen van hen, wanneer zij afgeslacht waren, blootstelden aan de wilde beesten en de vogels om ze te verslinden; hen levend aan stukken zaagden en met dorswagens van ijzer en met bijlen uiteenscheurden en hen door de ticheloven lieten doorgaan, (2 Samuël 12:31);

ja, het was zelfs volgens hun leerstellingen, op bijna eendere wijze de kameraad te behandelen die om de een of andere oorzaak tot een vijand was verklaard. Daaruit kan voldoende vaststaan dat er niets innerlijks in hun godsdienst was. Indien iemand toen tot hen zou hebben gezegd dat zulke dingen tegen het innerlijke van de Kerk indruisten, zouden zij hebben geantwoord dat dit vals is. Dat zij alleen in de uiterlijke dingen waren en in het geheel niet hebben geweten wat het innerlijke is en dat zij een leven hebben geleid strijdig met het innerlijke, blijkt ook uit wat de Heer leert bij, (Mattheüs 5:21-48).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl