9328. En Ik zal al het volk verwarren; dat dit de verbijstering van alle valsheden betekent, staat vast uit de betekenis van verwarren, namelijk verbijsteren, waarover hierna; uit de betekenis van het volk, namelijk zij die in waarheden zijn, dus abstract genomen de waarheden en in de tegengestelde zin de valsheden, nrs. 1259, 1260, 2928, 3295, 3581, 6232.

Dat verwarren verbijsteren betekent, komt omdat degenen die worden verbijsterd, in hun gemoed en hart worden verward, en wel dermate dat zij waanzinnig worden en zich vanzelf in het verderf storten; dat een zodanige verbijstering met verwarren wordt aangeduid, blijkt bij Zacharia: ‘Te dien dage zal er een grote verwarring van Jehovah zijn onder hen die tegen Jeruzalem strijden; en zij zullen aangrijpen, de man de hand van zijn genoot en zijn hand zal opgaan over de hand van zijn genoot’, (Zacharia 14:13); strijden tegen Jeruzalem is strijden tegen de Kerk, dus eveneens tegen de waarheden en goedheden van het geloof, die de Kerk maken; dat de verwarring de verbijstering is tot aan de waanzin toe, is duidelijk.

Bij Mozes: ‘Jehovah uw God zal de natiën vóór u geven en verwarren met een grote verwarring, totdat zij worden weggevaagd’, (Deuteronomium 7:23); de verwarring staat voor de verbijstering.