Bible

 

Exodus 23:28

Studie

       

28 Ik zal ook horzelen voor uw aangezicht zenden; die zullen van voor uw aangezicht uitstoten de Hevieten, de Kanaanieten en de Hethieten.

Bible

 

I Samuël 8:3

Studie

       

3 Doch zijn zonen wandelden niet in zijn wegen; maar zij neigden zich tot de gierigheid, en namen geschenken, en bogen het recht.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9311

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

9311. Omdat indien gij al horende zult gehoord hebben Zijn stem; dat dit het onderricht en de opneming van de geboden van het geloof betekent, staat vast uit de betekenis van horen, namelijk onderricht worden en opnemen, waarover hierna; en uit de betekenis van de stem, te weten de geboden van het geloof, nr. 9307.

Horen in het Woord betekent niet alleen eenvoudigweg horen, maar ook opnemen met het geheugen en onderricht worden en ook opnemen met het verstand en geloven en ook opnemen in gehoorzaamheid en doen; dat dit met horen wordt aangeduid, is omdat de spraak die wordt gehoord, zich voor het innerlijk gezicht of het verstand vertoont en zo van binnen wordt opgenomen en daar volgens de werkzaamheid van de redenen of volgens de krachten van de overreding ergens anders vandaan, òf worden onthouden, òf worden geloofd, òf worden gehoorzaamd; vandaar is het dat er een overeenstemming is van het oor en het gehoor met zulke dingen in de geestelijke wereld, nrs. 4652-4660, 5017, 7216, 8361, 8990.

Dat horen is opnemen met het geheugen en onderricht worden, en ook opnemen met het verstand en geloven en ook opnemen met gehoorzaamheid en doen, blijkt ook uit deze volgende plaatsen; zoals bij Mattheüs: ‘Ik spreek door gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien en horende niet horen, noch verstaan; opdat in hen worde vervuld de profetie van Jesaja, welke zegt: ‘Met het gehoor zult gij horen en niet verstaan en ziende zult gij zien en niet bemerken.

Het hart van dit volk is dik geworden en met de oren hebben zij zwaarlijk gehoord en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet misschien met de ogen zien en met de oren horen en met het hart verstaan.

Uw ogen zijn gezegend, omdat zij zien en uw oren omdat zij horen.

Vele profeten en gerechten hebben verlangd de dingen te zien die gij ziet, maar hebben niet gezien en te horen de dingen die gij hoort, maar hebben niet gehoord’, (Jesaja 13:12-17); hier wordt horen gezegd in elke zin, zowel voor onderricht worden, als voor geloven en voor gehoorzamen; horende horen zij niet, voor onderwezen worden en toch niet geloven en verder onderricht worden en niet gehoorzamen; met de oren zwaarlijk horen, voor het onderricht, het geloof en de gehoorzaamheid weigeren; gezegend zijn de oren, omdat zij horen, voor de gezegendheid vanwege de opneming van de leer van het geloof ten aanzien van de Heer en door het Woord uit de Heer.

Bij Johannes: ‘Die binnenkomt door de deur, is de herder van de schapen; de schapen horen Zijn stem. Zij die vóór Mij zijn geweest, zijn dieven en rovers geweest; maar de schapen hebben hen niet gehoord.

Ik heb andere schapen, die van deze stal niet zijn, ook die moet Ik toebrengen en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één herder; Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken dezelve, en zij volgen Mij’, (Johannes 10:2,3,8,16,27).

De stem horen voor onderricht worden ten aanzien van de geboden van het geloof en die opnemen met geloof en gehoorzaamheid.

Iets eenders wordt aangeduid met wat de Heer zo vaak zei: ‘Wie een oor heeft om te horen, die hore’, (Mattheüs 11:15; 13:9,43; Marcus 4:9,23; 7:16; Lucas 8:8; 14:35).

Eendere teksten in de volgende plaatsen; bij Mattheüs: ‘Zie, een stem uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn beminde Zoon; hoort Hem’, (Mattheüs 17:5).

Bij Johannes: ‘Die de Bruid heeft, is de Bruidegom; de vriend echter van de Bruidegom, die erbij staat en Hem hoort, verheugt zich met vreugde om de stem van de Bruidegom’, (Johannes 3:29).

Bij dezelfde: ‘Voorwaar, Ik zeg ulieden, dat het uur komt wanneer de doden zullen horen de stem van de Zoon van God en zij die zullen horen, zullen leven’, (Johannes 5:25); de doden voor hen die nog niet het geestelijk leven hebben vanwege de onwetendheid van het ware van het geloof; de stem van de Zoon van God horen, voor onderricht worden in de waarheden van het geloof en daaraan gehoorzamen; leven staat voor, begiftigd worden met het geestelijk leven door die dingen.

Bij dezelfde: ‘Die uit God is, hoort de woorden van God; deswege hoort gijlieden niet, omdat gij uit God niet zijt’, (Johannes 8:47).

Bij Lukas: ‘Abraham tot de rijke: Zij hebben Mozes en de profeten, laten zij die horen’, (Lucas 16:29).

Bij Markus: ‘Zij zeiden van Jezus: Hij heeft alle dingen wel gedaan, want Hij doet de doven horen en de stommen spreken’, (Marcus 7:37); doven voor degenen die de waarheden van het geloof niet weten en dus niet volgens die kunnen leven, nr. 6989; horen voor onderricht worden, opnemen en gehoorzamen.

Bij Johannes: ‘Wanneer de Heilige Geest zal gekomen zijn, zo zal Hij ulieden in al de waarheid leiden; Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar zo wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken; uit het Mijne zal Hij ontvangen’, (Johannes 16:13,14); al wat Hij zal gehoord hebben, voor alles wat Hij zal opgenomen hebben uit de Heer.

Bij Mattheüs: ‘Een elk die Mijn woorden hoort en dezelve doet, zal Ik vergelijken met een voorzichtig man; maar een elk, horende Mijn woorden, maar dezelve niet doende, zal worden vergeleken met een dwaze man’, (Mattheüs 7:47); de woorden of de reden horen, voor aanleren en weten de geboden van het geloof die uit de Heer zijn doen, voor daarnaar leven.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl