Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 5806
5806. En hij is alleen van zijn moeder overgebleven; dat dit betekent dat dit het enige ware van de Kerk is, staat vast uit de uitbeelding van Benjamin, die hier degene is die alleen is overgebleven, namelijk het nieuwe ware, waarover nr. 5804;
en uit de betekenis van de moeder, namelijk de Kerk, nrs. 289, 2691, 2717, 5581. Hiermee, namelijk dat dit ware dat hier Benjamin uitbeeldt en eerder in nr. 5804 wordt beschreven, het enige ware van de Kerk is, is het als volgt gesteld: dit ware is dat ware dat vanuit het geestelijk goede is, te weten Israël en dat Benjamin uitbeeldt wanneer hij bij zijn vader is, maar het nog innerlijker ware wanneer hij bij Jozef is; dat ware dat Benjamin bij zijn vader uitbeeldt en het nieuwe ware wordt genoemd, is dat wat alleen de mens maakt dat hij een Kerk zal zijn, want in dit ware of in die ware dingen is het leven uit het goede, dat wil zeggen, de mens die in de ware dingen van het geloof is vanuit het goede, deze mens is een Kerk, niet echter de mens die in de ware dingen van het geloof is en niet in het goede van de naastenliefde; de ware dingen immers bij deze mensen is dood, ook al zouden het dezelfde ware dingen zijn geweest; daaruit kan vaststaan hoe het hiermee gesteld is dat dit het enige ware van de Kerk is.