12
Zes dagen zult gij uw werken doen; maar op den zevenden dag zult gij rusten; opdat uw os en uw ezel ruste, en dat de zoon uwer dienstmaagd en de vreemdeling adem scheppe.
12
Zes dagen zult gij uw werken doen; maar op den zevenden dag zult gij rusten; opdat uw os en uw ezel ruste, en dat de zoon uwer dienstmaagd en de vreemdeling adem scheppe.
4544. Doet weg de goden van de vreemdeling die in uw midden zijn; dat dit betekent dat de valse dingen zouden worden verworpen, staat vast uit de betekenis van wegdoen, te weten verwerpen; en uit de betekenis van de goden van de vreemdeling, namelijk de valse dingen; met de goden immers worden in het Woord de ware dingen aangeduid en in de tegenovergestelde zin de valse dingen, nr. 4402; vreemdelingen werden diegenen genoemd die buiten de Kerk waren, dus zij die in de boze en valse dingen waren, nrs. 2049, 2115;
vandaar zijn de goden van de vreemdeling de valse dingen.