Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 1273
1273. GENESIS – ELFDE HOOFDSTUK
De ligging van de Grootste Mens; en verder over plaats en afstand in het andere leven. Wanneer de sinds kort uit de wereld aangekomen zielen uit het gezelschap van de geestelijke engelen moeten worden ontslagen, om onder de geesten te komen en tenslotte in het gezelschap te belanden, waarin zij verkeerden toen zij in het lichaam leefden, worden zij door de engelen rondgeleid naar verschillende verblijven, welke afzonderlijke gezelschappen zijn en toch met anderen verbonden zijn. Deze zielen worden er soms ontvangen, en van daaruit soms naar andere gezelschappen geleid, en dit een tijd lang, totdat zij in het gezelschap belanden, waarin zij verkeerden, toen zij in het lichaam leefden, en daar blijven zij dan. Van dit moment af begint hun nieuwe leven. Een veinzaard, een huichelaar of een bedrieger, die een bedrieglijke gestalte of het wezen als van een engel weet aan te nemen, wordt soms door goede geesten aangenomen, maar na korte tijd afgescheiden en dan dwaalt hij zonder engelen rond en vraagt om opname, maar wordt afgewezen en soms gestraft; en tenslotte wordt hij onder de helse geesten gebracht. Zij, die uit de verwoesting ontslagen, onder de engelen worden verheven, veranderen ook van gezelschappen, en wanneer zij van het ene naar het andere overgaan, worden zij met welwillendheid en naastenliefde uitgeleid, en dit totdat zij in een engelengezelschap komen, dat overeenkomt met de aard van hun naastenliefde, vroomheid, rechtschapenheid of oprechte welwillendheid. Op dezelfde wijze werd ook ik door verblijfplaatsen geleid, en men sprak met mij, opdat ik zou weten, hoe het hiermee gesteld is; toen werd het mij gegeven over de verandering van plaats na te denken, namelijk dat die alleen maar schijnbaar is, en niets anders dan een verandering van staat, terwijl het lichaam op dezelfde plaats blijft.