16
Wanneer nu iemand een maagd verlokt, die niet ondertrouwd is, en hij ligt bij haar, die zal haar zonder uitstel een bruidschat geven, dat zij hem ter vrouwe zij.
16
Wanneer nu iemand een maagd verlokt, die niet ondertrouwd is, en hij ligt bij haar, die zal haar zonder uitstel een bruidschat geven, dat zij hem ter vrouwe zij.
9214. Omdat het is zijn bedeksel alleen; dat dit betekent omdat de zinlijke dingen aan de innerlijke zijn onder uitgebreid, staat vast uit de betekenis van het bedeksel of het kleed, namelijk het zinlijke, nr. 9212; dat het zinlijke aan de innerlijke dingen is onder uitgebreid, omdat dit het laatste van het leven van de mens is, zie ook daar.