Bible

 

Exodus 21:16

Studie

       

16 Verder, zo wie een mens steelt, hetzij dat hij dien verkocht heeft, of dat hij in zijn hand gevonden wordt, die zal zekerlijk gedood worden.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9096

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

9096. En zijn heer hem niet zal bewaakt hebben; dat dit betekent en indien hij haar niet in banden zal gehouden hebben, staat vast uit de betekenis van bewaken, namelijk in banden houden, en wel de aandoening van het boze in het natuurlijke, die anders het ware van het geloof zou kwetsen; dat het is in banden houden, komt omdat met bekend worden wordt aangeduid overgaan in het verstandelijke, nr. 9095; en het is het verstandelijke dat het boze ziet en dat wat wordt gezien, kan worden bedwongen en in banden worden gehouden, niet uit het verstandelijke, maar door het verstandelijke uit de Heer; want de Heer vloeit in die dingen bij de mens in die hem bekend zijn, maar niet in die welke hem niet bekend zijn.

Onder in banden houden wordt verstaan verhinderen en bedwingen; de banden zijn in de geestelijke zin niets anders dan de aandoeningen die van de liefde zijn, want die leiden de mens en die bedwingen hem.

Indien de aandoeningen van het boze hem leiden, zullen het de aandoeningen van het ware uit het goede zijn die hem zullen bedwingen; de innerlijke banden bij de mens zijn de aandoeningen van het ware en het goede; deze worden ook de banden van het geweten genoemd.

De uiterlijke banden echter zijn de aandoeningen van de liefde van zich en van de wereld, want deze leiden de mens in de uiterlijke dingen; indien deze afdalen vanuit de innerlijke banden, die de aandoeningen van het ware en het goede zijn, dan zijn zij goed, want dan heeft de mens zich en de wereld niet ter wille van zich en van de wereld lief, maar ter wille van de goede nutten vanuit zichzelf en de wereld, nrs. 7819, 7820, 8995.

Maar indien zij daaruit niet neerdalen, dan zijn zij boos en worden begeerten genoemd, want dan heeft de mens zich ter wille van zichzelf lief en de wereld ter wille van de wereld.

Hieruit kan men weten, wat er wordt verstaan onder de innerlijke en de uiterlijke banden, waarvan herhaaldelijk melding is gemaakt.

Maar genoemde banden zijn niet banden dan alleen ten opzichte van de tegengestelde dingen; wie immers iets doet uit de aandoening die van de liefde van het goede is, die handelt vanuit het vrije; maar wie iets doet uit de aandoening die van de liefde van het boze is, die schijnt het toe alsof hij uit het vrije handelt, maar hij handelt niet uit het vrije, omdat hij handelt vanuit begeerten die uit de hel zijn; diegene alleen is vrij die in de aandoening van het goede is, omdat hij wordt geleid door de Heer; wat de Heer ook leert bij Johannes: ‘Indien gijlieden in Mijn Woord zult gebleven zijn, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelen; en gij zult de waarheid bekennen en de waarheid zal u vrijmaken; een elk die de zonde doet, is een dienstknecht van de zonde; indien de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn’, (Johannes 8:31,32,34,36).

Dat het vrije is door de Heer geleid te worden en het slaafse door de begeerten die uit de hel zijn, geleid te worden, zie de nrs. 892, 905, 2870-2893, 6205, 6477, 8209; de Heer immers geeft de aandoeningen voor het goede in en de afkeer voor het boze; vandaar is voor hem het vrije het goede te doen en het volslagen slaafse het boze te doen.

Wie gelooft dat de christelijke vrijheid zich verder uitstrekt, dwaalt zeer.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl