Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 8886
8886. De sabbatdag; dat dit in de hoogste zin betekent het één-zijn van het Goddelijke Zelf en het Goddelijk Menselijke van de Heer, in de innerlijke zin de verbinding van het Goddelijk Menselijke met de hemelen, dus de hemel en zo het huwelijk van het goede en het ware daar, staat vast uit wat eerder in nr. 8495 is ontvouwd; omdat zulke dingen met de sabbat worden aangeduid, was deze daarom in de uitbeeldende Kerk allerheiligst en dat waaraan men voortdurend moest denken, dat wil zeggen, dat wat universeel moet regeren; dat dit het leven van de mens maakt, zie de nrs. 8853-8858, 8885.
De Israëlitische natie heeft weliswaar niet over het één-zijn van het Goddelijke en het Goddelijk Menselijke van de Heer gedacht, noch over Zijn één-zijn met de hemel, noch over de verbinding van het goede en het ware in de hemel, welke met de sabbat werden aangeduid, omdat zij geheel en al in uiterlijkheden waren zonder innerlijkheden, maar het was hun opgelegd de sabbat hoogst heilig te houden, opdat in de hemel die Goddelijke en hemelse dingen zouden worden uitgebeeld; hoe het hiermee was gesteld, blijkt uit wat met betrekking tot die natie en over het uitbeeldende van een Kerk bij haar eerder is getoond, zie de nrs. 3147, 3479, 3480, 3881, 4208, 4281, 4289, 4293, 4307, 4444, 4580, 4680, 4825, 4844, 4847, 4891, 4912, 6304, 6306, 7048, 7051, 8301.