4
Gijlieden hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen en u tot Mij gebracht hebt.
4
Gijlieden hebt gezien, wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; hoe Ik u op vleugelen der arenden gedragen en u tot Mij gebracht hebt.
8841. En klim op, gij en Aharon; dat dit de verbinding betekent met het innerlijke en het uiterlijk ware uit het Goddelijke, staat vast uit de betekenis van opklimmen, namelijk tot Jehovah, dus de verbinding, nr. 8760; en uit de uitbeelding van Mozes en Aharon, dus het innerlijk en het uiterlijk Ware uit het Goddelijke: Mozes het innerlijke en Aharon het uiterlijke, nrs. 7089, 7382.