Bible

 

Exodus 17:14

Studie

       

14 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder den hemel.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 8350

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

8350. Deswege noemde hij de naam Mara; dat dit de staat en de hoedanigheid van die verzoeking betekent, staat hieruit vast dat de namen die worden gegeven aan zaken waarover in het Woord wordt gehandeld, de hoedanigheid en de staat van de zaak bevatten waarover gehandeld wordt, nrs. 2643, 3422, 4298, 4442; hier dus betekent Mara de hoedanigheid en de staat van de verzoeking waarover in deze verzen wordt gehandeld; Mara betekent ook het bittere.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 6827

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

6827. En Mozes was weidende de kudde van Jethro, zijn schoonvader, de priester van Midian; dat dit betekent dat de Wet uit het Goddelijke diegenen onderrichtte die in het ware van het eenvoudig goede waren en dat de priester van Midian het goede van de Kerk is, waar zij zijn, staat vast uit de uitbeelding van Mozes, te weten de Heer ten aanzien van de Goddelijke Wet, nr. 6752; in de aanvang echter ten aanzien van het Ware dat van de Wet uit het Goddelijke is, nr. 6771; hier echter ten aanzien van de Wet uit het Goddelijke; het is geoorloofd zo de graden van de voortgang in de Heer te noemen vóórdat Hij ten aanzien van het Menselijke de Goddelijke Wet Zelf is geworden.

In het gehele Woord wordt in de binnenste of hoogste zin alleen over de Heer gehandeld en over de verheerlijking van Zijn Menselijke; maar omdat de binnenste of hoogste zin het menselijk verstand te boven gaat, is het geoorloofd het Woord te ontvouwen ten aanzien van de innerlijke zin ervan, waarin wordt gehandeld over het rijk van de Heer en over de Kerk en over de instauratie ervan en verder over de wederverwekking van de mens van de Kerk uit de Heer; dat in de innerlijke zin over deze dingen wordt gehandeld, komt omdat de wederverwekking van de mens een representatief beeld is van de verheerlijking van de Heer, zie de nrs. 3138, 3212, 3296, 3490, 4402, 5688, 3245, 3246; uit de betekenis van weiden, namelijk onderrichten, nr. 3795, 5201; uit de betekenis van de kudde van kleinvee, namelijk degene die leert en door het ware tot het goede van de naastenliefde wordt geleid, nr. 343; dus is de kudde in de algemene zin de Kerk, nrs. 3767, 3768; hier de Kerk waar degenen zijn die in het ware van het eenvoudig goede zijn; zij worden aangeduid met Midian, nrs. 3242, 4756; en uit de betekenis van de schoonvader, namelijk het goede, waaruit als uit een vader dat goede ontstaat dat verbonden is met het ware; hier met het ware dat van de Wet uit het Goddelijke is, dat wordt uitgebeeld door Mozes, nr. 6793; het hoedanige van dat goede is Jethro; en uit de betekenis van de priester van Midian, namelijk het goede van de Kerk waar diegenen zijn die in het ware van het eenvoudig goede zijn, nr. 6775.

Hieruit blijkt dat met Mozes was weidende de kudde van Jethro, zijn schoonvader, de priester van Midian, wordt aangeduid dat de Wet uit het Goddelijke diegenen onderrichtte die in het ware van het eenvoudig goede waren en dat de priester van Midian het goede van de Kerk is, waar zij zijn.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl