¹³ En dat bloed zal ulieden tot een teken zijn aan de huizen, waarin gij zijt; wanneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbij gaan; en er zal geen plaag onder ulieden ten verderve zijn, wanneer Ik Egypteland slaan zal.

¹ Then he cried in my ears with a loud voice, saying, Cause those who are in charge of the city to draw near, every man with his destroying weapon in his hand.