Bible

 

Exodus 10:20

Studie

       

20 Doch de HEERE verstokte Farao's hart, dat hij de kinderen Israels niet liet trekken.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 7004

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

7004. En de woorden in zijn mond leggen; dat dit betekent dat de dingen die hij uitspreekt, van het Goddelijk Menselijke zullen voortgaan, staat vast uit de uitbeelding van Mozes, die de woorden in de mond van Aharon zou leggen, dus de Heer ten aanzien van het Goddelijk Ware dat voortgaat van Zijn Goddelijk Menselijke, waarover eerder; uit de betekenis van de mond, namelijk de stem en het uitspreken, nr. 6987; dus is in de mond leggen, geven om uit te spreken; maar wanneer het wordt gezegd met betrekking tot de Heer, dan is het voortgaan, want het Woord, dat wordt uitgesproken door een geest of een engel, gaat voort van het Goddelijk Menselijke van de Heer; Aharon immers beeldt de leer van het goede en het ware uit, die wordt uitgesproken.

Het is hiermee als volgt gesteld: van de Heer gaat het Goddelijk Ware rechtstreeks en indirect voort; dat wat rechtstreeks voortgaat, is boven alle verstand van de engelen; dat wat echter indirect voortgaat, is aangepast aan de engelen in de hemelen en eveneens aan de mensen, want het gaat door de hemel heen en trekt daar de hoedanigheid van de engelen en de mensen aan; maar in dit ware vloeit de Heer ook rechtstreeks in en zo leidt Hij engelen en mensen zowel rechtstreeks als indirect, zie nr. 6058; alle en de afzonderlijke dingen immers zijn uit het Eerste Zijn en de orde is dusdanig ingesteld dat het Eerste Zijn in de afgeleide dingen rechtstreeks en indirect aanwezig zullen zijn, dus evenzeer in het laatste van de orde als in het eerste ervan; het Goddelijk Ware zelf immers is het enige substantiële; de afleidingen zijn niets anders dan de daaruit opeenvolgende vormen; daaruit blijkt ook, dat het Goddelijke ook rechtstreeks in alle en de afzonderlijke dingen invloeit, want van het Goddelijk Ware zijn alle dingen geschapen; het Goddelijk Ware immers is het enige wezenlijke, nr. 6860, dus datgene waaruit alle dingen zijn.

Het Goddelijk Ware is dat wat het Woord wordt genoemd bij Johannes: ‘In de aanvang was het Woord en het Woord was bij God en God was het Woord; alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt en zonder Hetzelve is niets gemaakt dat gemaakt is’, (Johannes 1:1,3).

Door zo’n invloeiing leidt de Heer de mens niet alleen met de voorzienigheid in het universele, maar ook in elk afzonderlijke, ja zelfs in de meest afzonderlijke dingen.

Vandaar nu komt het dat er wordt gezegd dat de woorden die worden uitgesproken van het Goddelijk Menselijke voortgaan.

Dat er een rechtstreekse invloeiing van de Heer is daar waar ook een indirecte invloeiing is, dus in het laatste van de orde evenzeer als in het eerste ervan, is mij uit de hemel gezegd en er is een levende ervaring van die zaak gegeven; verder dat hetgeen door indirecte invloeiing plaatsvindt, dat wil zeggen door de hemel en door de engelen, naar verhouding slechts zeer weinig is; en ook dat de Heer door de rechtstreekse invloeiing tegelijk de hemel leidt en door die invloeiing alle en de afzonderlijke dingen daar in hun verband en orde houdt.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl