15
Want zij bedekten het gezicht des gansen lands, alzo dat het land verduisterd werd; en zij aten al het kruid des lands op, en al de vruchten der bomen, die de hagel had over gelaten; en er bleef niets groens aan de bomen, noch aan de kruiden des velds, in het ganse Egypteland.
7661. Met onze knapen en met onze ouden zullen wij gaan; dat dit de eenvoudigen en de wijzen betekent, staat vast uit de betekenis van de knapen, wanneer zij aan de ouden worden toegevoegd, dus de eenvoudigen; de ouden immers zijn de wijzen, nrs. 3183, 6524, 6890.
Prostudujte si tuto pasáž
Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl