33
Die voor uw aangezicht op den weg wandelde, om u de plaats uit te zien, waar gij zoudt legeren; des nachts in het vuur, opdat Hij u den weg wees, waarin gij zoudt gaan, en des daags in de wolk.
3
Hoor naar Mij, o huis van Jakob, en het ganse overblijfsel van het huisIsraels! die van Mij gedragen zijt van den buik aan, en opgenomen van de baarmoeder af.