Bible

 

Deuteronomium 16:15

Studie

       

15 Zeven dagen zult gij den HEERE, uw God, feest houden, in de plaats, die de HEERE verkiezen zal; want de HEERE, uw God, zal u zegenen in al uw inkomen, en in al het werk uwer handen; daarom zult gij immers vrolijk zijn.

Komentář

 

Explanation of Deuteronomy 16:15

Napsal(a) Alexander Payne

Verse 15. And you shall be brought to a state of peace, derived from the Love and Wisdom proceeding from the Lord's Humanity; and because the Lord your God will in that state bless you in all the developments of the soul, and in all its endeavours after higher things, therefore the whole soul shall be filled with joy.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 1834

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

1834. Dat ‘het gevogelte kwam neer op de lichamen’ de boosheden en de valsheden daaruit betekent, die vernietigen wilden, blijkt uit de betekenis van het gevogelte, wat het valse is. Het gevogelte betekent in het Woord het ware, zoals boven is aangetoond en dus ook in tegenovergestelde zin het valse, zoals met bijna alle betekenissen in het Woord het geval is, namelijk dat ze in tweeërlei zin worden genomen. Dat het gevogelte ook het valse betekent, is eerder in de nrs. 778, 866, 988 aangetoond. Eenieder kan zien, dat dit verborgenheden betekent, anders zou het de vermelding niet waard zijn geweest; welke verborgenheid het betekent is eveneens gezegd, en blijkt uit het verband in de innerlijke zin, namelijk dat er sprake is van de staat van de Kerk. Wanneer van de Heer een Kerk verwekt wordt, is zij in de aanvang onschuldig, en de een heeft dan de ander lief als een broeder, zoals bekend is van de oorspronkelijke Kerk na de komst van de Heer. Alle zonen van de Kerk leefden toen onder elkaar als broeders en noemden elkaar ook broeders en hadden elkaar wederkerig lief; maar na verkoop van tijd nam de naastenliefde af en verdween; en met het verdwijnen daarvan kwamen boosheden ervoor in de plaats, en met de boosheden drongen ook valsheden binnen, vandaar scheuringen en ketterijen, die nooit bestaan zouden hebben, wanneer de naastenliefde regeerde en leefde. Dan zou men een scheuring zelfs niet eens een scheuring hebben genoemd en een ketterij niet een ketterij, maar een lering volgens de mening van iemand, die men aan het geweten van eenieder zou overlaten, wanneer hij alleen maar niet de grondbeginselen, dat wil zeggen, de Heer, het eeuwige leven en het Woord loochende, en alleen maar niet tegen de Goddelijke orde, dat wil zeggen tegen de voorschriften van de Tien Geboden, was. De boosheden en de valsheden daaruit, welke in de Kerk bij het verdwijnen van de naastenliefde ervoor in de plaats treden, zijn het die hier onder het gevogelte worden verstaan, dat Abram wegjoeg, dat wil zeggen, dat de Heer, die hier door Abram wordt uitgebeeld, ze verdreef. Abram joeg niets dan alleen het gevogelte weg en geenszins iets van het boze en het valse; en ook staat Abram in de hemel niet anders bekend dan als een ander mens die in het geheel niets uit zichzelf vermag. De Heer alleen heeft macht, zoals ook door Jesaja wordt gezegd:

‘Gij zijt onze Vader, want Abraham kent ons niet, en Israël erkent ons niet, Gij, Jehovah, zijt onze Vader, onze Verlosser, is van eeuwigheid af Uw naam’, (Jesaja 63:16).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl