Bible

 

Daniël 5:19

Studie

       

19 En vanwege de grootheid, die Hij hem gegeven had, beefden en sidderden alle volken, natien en tongen voor hem; dien hij wilde, doodde hij, en dien hij wilde, behield hij in het leven, en dien hij wilde, verhoogde hij, en dien hij wilde, vernederde hij.

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalyps Onthuld # 459

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 962  
  

459. En de gouden en zilveren en bronzen en stenen en houten afgoden, betekent dat zij zo dus in een eredienst zijn vanuit louter valse dingen.

Met de afgoden worden in het Woord de valse dingen van de eredienst aangeduid en vandaar wordt met die aanbidden de eredienst vanuit valse dingen aangeduid en met de gouden, zilveren, bronzen, stenen en houten afgoden aanbidden, wordt aangeduid de eredienst vanuit valsheden van elk geslacht, en tezamen genomen, vanuit louter valse dingen; ook beeldden de materies, de vormen en de klederen van de afgoden bij de Ouden de valsheden van de godsdienst uit, waar vanuit hun eredienst was; de gouden afgoden betekenden de valsheden over de Goddelijke dingen, de zilveren afgoden, de valsheden over de geestelijke dingen, de bronzen afgoden de valsheden over de naastenliefde, de stenen afgoden de valsheden over het geloof en de houten afgoden de valsheden over de goede werken; al deze valsheden hebben degenen die geen boete doen, dat wil zeggen, de boze dingen schuwen als zonden tegen God.

Dit wordt met de afgoden, die gesneden en gegoten beelden waren, in de geestelijk zin aangeduid in de volgende plaatsen:

‘Eenieder mens is dwaas geworden door de wetenschap, met schaamte aangedaan is ieder gieter door het gesneden beeld, omdat zijn gegoten beeld een leugen is en ook is er geen geest in hen; ijdelheid zijn zij, een werk van dwalingen, ten tijde van hun bezoeking zullen zij vergaan’, (Jeremia 10:14, 15; 51:17, 18).

‘De gesneden beelden zijn een werk van de handen van de werkmeester; zij spreken niet, zij zijn tezamen zot en dwaas, een onderwijs van de ijdelheden is het hout, een werk van de wijzen gans en al’, (Jeremia 10:3-5;8-10).

‘Wat baat het gesneden beeld, omdat zijn vervaardiger het gesneden heeft en de leraar van de leugen, omdat de vervaardiger van de leugen daarop vertrouwd heeft; de geest is niet in het midden ervan’, (Habakuk 2:18-20).

‘Te dien dage zal de mens zijn zilveren afgoden en zijn gouden afgoden, die zij voor zich gemaakt hadden om zich ervoor in te krommen, wegwerpen voor de mollen en de vleermuizen’, (Jesaja 2:18, 20).

‘Zij hebben zich een gegoten beeld gemaakt uit hun zilver, in hun inzicht afgoden, werk van kunstenaars geheel en al’, (Hosea 13:2).

‘Ik zal reine wateren op u sprengen, opdat gij gereinigd wordt van al uw onreinheden en van al uw afgoden’, (Ezechiël 36:25); de reine wateren zijn de ware dingen, de afgoden de valsheden van de eredienst.

‘Onrein zult gij oordelen het deksel van de gesneden beelden van uw zilver en het overtreksel van het gegoten beeld van uw goud; gij zult ze verstrooien zoals een maanstondig kleed; drek zult gij het noemen’, (Jesaja 30:22).

Ook wordt niet iets anders dan de valse dingen van godsdienst en van de eredienst daaruit aangeduid met de goden van goud, zilver, brons, ijzer, hout en steen, die ‘de koning van Babel, Belsazar loofde, toen hij met zijn rijksgroten, echtgenoten en bijwijven wijn dronk uit de vaten van goud en zilver van de tempel van Jeruzalem’, met als oorzaak waarvan ‘de koning werd uitgedreven van de mens en werd zoals een beest’, (Daniël 5:1-5; Jesaja 10:10, 11; 21:9; 31:7; 40:19, 20; 41:29; 42:17; 48:5; Jeremia 8:19; 50:38, 39; Ezechiël 6:4, 5; 14:3-6; Micha 1:7; 5:12; Psalm 95:4, 5; Psalm 135:15, 16; Leviticus 26:30).

Met de afgoden worden eigenlijk de valse dingen van de eredienst vanuit het eigen inzicht aangeduid; hoe de mens die verzint en ze daarna aanpast, zodat die als ware dingen verschijnen, wordt ten volle beschreven bij, (Jesaja 44:9-20).

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl