Bible

 

Daniël 2:35

Studie

       

35 Toen werden te zamen vermaald het ijzer, leem, koper, zilver en goud, en zij werden gelijk kaf van de dorsvloeren des zomers, en de wind nam ze weg, en er werd geen plaats voor dezelve gevonden; maar de steen, die het beeld geslagen heeft, werd tot een groten berg, alzo dat hij de gehele aarde vervulde.

Ze Swedenborgových děl

 

Ware Christelijke Religie # 156

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 853  
  

156. VI. De geest van de mens is zijn gemoed en al wat er vanuit voortgaat. Onder de geest van de mens wordt in concrete zin niets anders verstaan dan zijn gemoed, want dit is het, dat na de dood leeft en dan geest wordt genoemd. Wanneer hij goed is een engelgeest en daarna engel; wanneer hij boos is, een satanische geest en daarna een satan. Het gemoed van elk mens is zijn innerlijke mens die werkelijk mens, en binnenin de uitwendige mens is, die zijn lichaam is. Wanneer dan ook het lichaam wordt afgeworpen, wat bij het sterven plaatsvindt, is hij in de volledige menselijke vorm. Daarom dwalen diegenen die geloven dat het gemoed van de mens alleen in het hoofd zit; het is daar alleen in de beginselen, vanwaar allereerst al datgene uitgaat, wat de mens uit het verstand denkt en uit de wil doet. In het lichaam echter is het in de afleidingen, die gevormd zijn om te voelen en te handelen; en aangezien het gemoed van binnen aan de lichamelijke dingen hangt, brengt het daarin gevoel en beweging en blaast ook innerlijke gewaarwording in, alsof het lichaam uit zichzelf dacht en handelde; maar dat dit een begoocheling is, weet ieder wijs mens. Daar nu de geest van de mens uit het verstand denkt en uit de wil handelt, en het lichaam niet uit zichzelf maar uit de geest, zo volgt daaruit, dat onder de geest van de mens zijn inzicht en de aandoening van zijn liefde wordt verstaan, en al wat daaruit voortgaat en werkt. Dat de geest van de mens dergelijke dingen betekent die tot het gemoed behoren, blijkt uit vele plaatsen in het Woord, waaruit eenieder, zodra zij slechts worden aangehaald, zien kan, dat zij niets anders zijn. Uit vele plaatsen volgen hierna slechts weinige:

‘Bezaaleël werd vervuld met de geest der wijsheid, inzicht en wetenschap’, (Exodus 31:3).

‘Nebukadnezar zei van Daniël dat een voortreffelijke geest van wetenschap, inzicht en wijsheid in hem was’, (Daniël 5:11-12).

‘Jehoschua werd vervuld met de geest der wijsheid’, (Deuteronomium 34:9).

‘Maakt u een nieuw hart en een nieuwe geest’, (Ezechiël 18:31).

‘Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het koninkrijk der hemelen’, (Mattheüs 5:3).

‘Ik woon in de verbrijzelde en nederige geest, om levend te maken de geest van de nederigen’, (Jesaja 57:15).

‘De offeranden van God zijn een gebroken geest’, (Psalm 51:19).

‘Ik zal geven het gewaad van de lof in de plaats van een benauwde geest’, (Jesaja 61:3),

behalve elders. Dat de geest dergelijke dingen betekent die tot een verkeerd en verdorven gemoed behoren, blijkt uit de volgende plaatsen:

‘Hij zei tot de dwaze profeten die hun geest nawandelden’, (Ezechiël 13:3).

‘Ontvangt stro, baart stoppels, ten aanzien van uw geest, vuur zal u verslinden’, (Jesaja 33:11).

‘Een man die een zwerver is in de geest en leugen uitbrengt’, (Micha 2:11).

‘Een geslacht waarvan de geest niet gestadig is met God’, (Psalm 78:8).

‘De geest der hoererijen’, (Hosea 5:4; 4:12).

‘Opdat alle hart versmelte, en alle geest inkrimpe’, (Ezechiël 21:7).

‘Hetgeen over uw geest opklimt, zal geenszins geschieden’, (Ezechiël 20:32).

‘Zo slechts in zijn geest geen bedrog is’, (Psalm 32:2).

‘De geest van Farao was verslagen’, (Genesis 41:8);

evenzo

‘de geest van Nebukadnezar’, (Daniël 2:3).

Hieruit en uit zeer vele andere plaatsen blijkt duidelijk, dat de geest het gemoed van de mens betekent, en zulke dingen als tot het gemoed behoren.

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.