10
Verder zeideDavid: Zo waarachtig als de HEERE leeft, de HEERE zal hem slaan, of zijn dag zal komen, dat hij zal sterven, of hij zal in een strijd trekken, dat hij omkome.
19
Toen togen de Zifieten op tot Saul naar Gibea, zeggende: Heeft zich niet David bij onsverborgen in de vestingen in het woud, op den heuvel van Hachila, die aan de rechterhand der wildernis is?