Exodus 4:24

Dit vers en de twee die erop volgen hebben geleerden lang voor een raadsel gesteld. De Heer heeft zojuist Mozes gezegd naar Egypte te gaan, en Mozes gaat, en de Heer verschijnt om hem te doden. Waarom?

Het antwoord ligt in de relatie tussen de Heer en de kinderen van Israël, en in een korte verandering in de geestelijke betekenis van Mozes.

Voorafgaand aan dit vers - en opnieuw beginnend met vers 27 - vertegenwoordigde Mozes de wet van de Heer die de Israëlitische Kerk zou regeren. Hier. Echter, de Geschriften vertellen ons dat hij het Israëlitische volk vertegenwoordigt als hun spoedig aanstaande heerser.

Wat dat Israëlische volk betreft, de Geschriften vertellen ons dat zij even hard en uiterlijk waren als alle mensen om hen heen in de wereld van die tijd. Zij waren een van de overblijfselen van de Oude Kerk, maar hadden niets van de geestelijke kennis en de inwendige eredienst die die kerk eens had gehad. Deze uiterlijke aard blijkt uit het feit dat dit gebeurde in een kampement, ook wel vertaald als een herberg of een logement - een plaats waar gedachten en ideeën kunnen komen en gaan zonder echte betekenis en zonder te worden ondervraagd.

Het feit dat de Heer - in sommige versies vertaald als "Jehovah" - Mozes tegemoet kwam en hem doodde, toont aan dat de uiterlijke aard van het volk Israël in strijd was met de bedoeling van de Heer, die hen wilde gebruiken om een kerk te scheppen die geestelijke ideeën kon bevatten.