10
Toen toog de koning Achaz Tiglath-Pilezer, den koning van Assyrie, tegemoet, naar Damaskus; en gezien hebbende een altaar, dat te Damaskus was, zo zond de koning Achaz aan den priester Uria de gelijkenis van het altaar, en zijn afbeelding, naar zijn ganse maaksel.
Komentář k tomuto verši
Napsal(a) Henry MacLagan
Verse 10. Moreover self-love and its false reasoning meet in the knowledges of good perverted in the natural mind, and there discern the quality of perverted worship in its threefold character, substituting it for true worship.