12
Daarna brachten zij de gevangenen, en den buit, en den roof, tot Mozes en tot Eleazar, den priester, en tot de vergadering der kinderenIsraels, in het leger, in de vlakke velden van Moab, dewelke zijn aan de Jordaan van Jericho.
1
Tegen Moabzegt de HEERE der heirscharen, de GodIsraels, alzo: Wee over Nebo, want zij is verstoord; Kirjathaim is beschaamd, zij is ingenomen; de stad des hogen vertreks is beschaamd en verschrikt.