圣经文本

 

Genesis第20章:9

学习

       

9 En Abimelech riep Abraham, en zeide tot hem: Wat hebt gij ons gedaan? en wat heb ik tegen u gezondigd, dat gij over mij en over mijn koninkrijk een grote zonde gebracht hebt? gij hebt daden met mij gedaan, die niet zouden gedaan worden.

来自斯威登堡的著作

 

Leer over het Geloof#50

学习本章节

  
/72  
  

50. Dat diegenen vanuit Filisthea zijn die in het geloof en niet in de naastenliefde zijn, kan vaststaan uit verschillende dingen die in het Woord worden gezegd, in de geestelijke zin verstaan, zowel uit hun twisten met de knechten van Abraham en Isa√§k, (Genesis 21 en 26), als uit hun oorlogen met de zonen Israëls, waarover in het boek Richteren, en in de boeken van Samuël en Koningen. Alle oorlogen immers die in het Woord zijn beschreven, behelzen en betekenen in de geestelijke zin geestelijke oorlogen: en omdat dit godsdienstige, wat het geloof is dat van de naastenliefde is gescheiden, voortdurend wil binnendringen in de Kerk, bleven daarom de Filistijnen in het land Kana√§n en bestookten zij telkens de zonen Israëls.

  
/72  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.