23
Want Ik zal Mijn groten Naamheiligen, die onder de heidenen ontheiligd is, dien gij in het midden van hen ontheiligd hebt; en de heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben, spreekt de HEEREHEERE, als Ik aan u voor hun ogen zal geheiligd zijn.
18
Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal de gevangenis der tentenJakobs wenden, en Mij over hun woningen ontfermen; en de stad zal herbouwd worden op haar hoop, en het paleis zal liggen naar zijn wijze.