圣经文本

 

Exodus第4章:21

学习

       

21 En de HEERE zeide tot Mozes: Terwijl gij heentrekt, om weder in Egypte te keren, zie toe, dat gij al de wonderen doet voor Farao, die Ik in uw hand gesteld heb; doch Ik zal zijn hart verstokken, dat hij het volk niet zal laten gaan.

圣经文本

 

Exodus第10章:20

学习

       

20 Doch de HEERE verstokte Farao's hart, dat hij de kinderen Israels niet liet trekken.

来自斯威登堡的著作

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#2061

学习本章节

  
/10837  
  

2061. Dat de woorden ‘God zei tot Abraham’ de innerlijke gewaarwording betekenen, blijkt uit de betekenis van het zeggen van God in de historische zin, namelijk in de innerlijke zin het innerlijk gewaarworden, waarover eerder in de nrs. 1791, 1815, 1819, 1822, 1898, 1919. Daar hier nu over een ander onderwerp gehandeld wordt, namelijk over hetgeen is aangeduid door Sarai en Sarah, en verder over hetgeen is aangeduid door de belofte van een zoon uit Sarah, en door Ismaël, namelijk dat hij tot een grote natie zal worden, wordt met een nieuwe innerlijke gewaarwording van de Heer begonnen, uitgedrukt in de woorden ‘God zei tot Abraham’, zoals herhaalde malen op andere plaatsen.

  
/10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl