圣经文本

 

Exodus第4章:11

学习

       

11 En de HEERE zeide tot hem: Wie heeft den mens den mond gemaakt, of wie heeft den stomme, of dove, of ziende, of blinde gemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE?

圣经文本

 

Exodus第10章:20

学习

       

20 Doch de HEERE verstokte Farao's hart, dat hij de kinderen Israels niet liet trekken.

圣经文本

 

Numeri第12章:10

学习

       

10 En de wolk week van boven de tent; en ziet, Mirjam was melaats, wit als de sneeuw. En Aaron zag Mirjam aan, en ziet, zij was melaats.