Från Swedenborgs verk

 

Engelenwijsheid over de Goddelijke Liefde en de Goddelijke Wijsheid #272

Studera detta avsnitt

  
/ 432  
  

272. Omdat nu door velen niet wordt geweten hoedanig het boze is en dat het volledig tegenovergesteld is aan het goede en het evenwel van belang is dat het geweten wordt, moet deze zaak daarom in deze orde worden bezien: 1. Dat het natuurlijk gemoed dat in boze dingen is een vorm en beeld van de hel is. 2. Dat het natuurlijk gemoed dat een vorm en beeld van de hel is, afdaalt door drie graden. 3. Dat de drie graden van het natuurlijk gemoed dat een vorm en beeld van de hel is, tegenovergesteld zijn aan de drie graden van het geestelijk gemoed, dat een vorm en beeld van de hemel is. 4. Dat het natuurlijk gemoed dat een hel is, in al het tegenovergestelde is tegen het geestelijk gemoed dat een hemel is.

  
/ 432  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Från Swedenborgs verk

 

Goddelijke Voorzienigheid #6

Studera detta avsnitt

  
/ 340  
  

6. Door velen wordt erkend dat er één enige substantie is, welke ook de eerste is, waar vanuit alle dingen zijn. Maar hoedanig die substantie is, weet men niet; men gelooft dat zij zo enkelvoudig is dat niets enkelvoudiger is, en dat dit vergeleken kan worden met een punt, die geen afmeting heeft, en dat vanuit een oneindig aantal zulke punten de vormen van afmeting zijn ontstaan. Maar dit is een begoocheling, afkomstig uit de voorstelling van de ruimte; want vanuit deze voorstelling verschijnt een zodanig kleinste. Niettemin is het de waarheid dat hoe enkelvoudiger en zuiverder iets is, des te meer en des te voller het is. Dit is de oorzaak dat hoe innerlijker enig object wordt beschouwd, des te wonderlijker, volmaakter, en fraaier dingen daarin worden ontwaard; en dat zo dus in de eerste substantie de wonderlijkste, volmaaktste, en fraaiste dingen van alle zijn. Dat dit zo is, komt omdat de eerste substantie vanuit de geestelijke Zon is, welke, zoals is gezegd, uit de Heer is en waarin de Heer is. Die Zon zelf is dus de enige substantie, die omdat zij niet in de ruimte is, het al in alle dingen is, en in het grootste en het kleinste van het geschapen heelal. Daar die Zon de eerste en enige substantie is, vanuit welke alle dingen zijn, volgt dat daarin oneindig meer dingen zijn dan die welke kunnen verschijnen in de daaruit afkomstige substanties, die gesubstantieerde dingen en ten slotte materieel worden genoemd. Dat zij niet in deze kunnen verschijnen, komt omdat zij uit die Zon neerdalen in graden van tweevoudig geslacht, volgens welke alle volmaaktheden afnemen. Vandaar komt het, dat, zoals boven is gezegd, hoe innerlijker iets wordt beschouwd, des te wonderlijker, volmaakter, en fraaier dingen worden ontwaard. Dit is gezegd opdat het bevestigd wordt dat het Goddelijke in een zeker beeld is in al het geschapene, maar dat het minder en minder verschijnt bij het neerdalen door de graden heen, en nog minder wanneer de lagere graad, gescheiden van de hogere graad, door toesluiting wordt verstopt met aardse materie. Maar deze dingen kunnen wel niet anders dan duister schijnen, tenzij men de dingen heeft gelezen en verstaan die in de verhandeling over de ‘Goddelijke Liefde en de Goddelijke Wijsheid’, over de geestelijke Zon, n. 83-172, over de graden, n. 173-281, en over de schepping van het heelal, n. 282-357, zijn aangetoond.

  
/ 340  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

Från Swedenborgs verk

 

Divine Providence #32

Studera detta avsnitt

  
/ 340  
  

32. 2. Our nature from creation enables us to be more and more closely united to the Lord. Support for this may be found in the material about levels in part 3 of Divine Love and Wisdom, particularly on the following points. There are three distinct or vertical levels in us from creation (Divine Love and Wisdom 230-235). These three levels exist in each of us from birth and can be opened. As they are opened, we are in the Lord and the Lord is in us (Divine Love and Wisdom 236-241). All processes of perfection increase and rise by and according to levels (Divine Love and Wisdom 199-204). We can see from this that the nature we have from creation enables us to be united to the Lord more and more closely, level by level.

[2] It is vital, however, that we know what these levels are. There are two kinds, distinct or vertical and gradual or horizontal, and it is vital to know how they differ. All of us have the three distinct or vertical levels within us by creation and therefore from birth. We become involved in the first level, the one called "earthly," when we are born, and we can gradually expand this level within us until we become rational. We become involved in the second level, the one called "spiritual," if we live by the spiritual laws of the divine design, laws that are divine as to their truth; and we can also become involved in the third level, the one called "heavenly," if we live by the heavenly laws of the divine design, laws that are divine as to their goodness.

[3] The Lord opens these levels within us depending on the way we live. This is really happening in this world, but not so that we can sense or feel it until after we leave this world. As the levels are then opened and perfected, we are more and more closely united to the Lord. This union can intensify to eternity as we grow closer; for angels it actually does keep intensifying to eternity. Still, no angel can enter into the first level of the Lord's love and wisdom or reach its boundary, because the Lord is infinite and angels are finite, and there is no ratio between what is infinite and what is finite.

Since a knowledge of these levels is necessary for understanding the human condition and the way it is raised and brought closer to the Lord, I dealt with this specifically in Divine Love and Wisdom 173-281, to which you may refer.

  
/ 340  
  

Thanks to the Swedenborg Foundation for the permission to use this translation.