8561. En zij legerden zich in Refidim; dat dit de ordening betekent van de innerlijke dingen om de verzoeking te ondergaan ten aanzien van het ware en dat de hoedanigheid ervan is Refidim, staat vast uit de betekenis van zich legeren, namelijk de ordening van het ware en het goede om de verzoekingen te ondergaan, nrs. 8130, 8131, 8155, hier om de verzoeking ten aanzien van het ware te ondergaan, die daarmee wordt aangeduid dat zij geen water hadden, waarover in wat volgt.

Er wordt gezegd de ordening van de innerlijke dingen, omdat het ware en het goede het innerlijk van de mens van de Kerk tot stand brengt.

Dat Refidim het hoedanige van die verzoeking betekent, komt omdat namen van plaatsen de hoedanigheid van de staat van de zaak waarover wordt gehandeld, betekenen, hier de hoedanigheid van de staat van de verzoeking ten aanzien van het ware, omdat hierover in deze tekst wordt gehandeld.