348. Dat alle nutten, zowel de goede als de boze, zijn vanuit geestelijke oorsprong, dus uit de Zon waar de Heer is, kan worden verlicht door deze ondervinding: ik hoorde dat goede en ware dingen werden neergelaten door de hemelen uit de Heer tot de hellen, en dat die, toen ze waren opgenomen door graden tot de diepste diepte, daar werden verkeerd in boze en valse dingen tegenovergesteld aan de neergelaten goede en ware dingen. De oorzaak dat dit zo plaats vond, was omdat de opnemende subjecten alle dingen die invloeien, verkeren in zodanige dingen die met hun vormen stroken, geheel en al zoals het blinkend witte licht van de zon wordt verkeerd in lelijke kleuren en in zwart, in de voorwerpen waarvan de innerlijke substanties in een zodanige vorm zijn dat zij het licht verstikken en uitblussen; en zoals poelen, mesthopen en lijken de warmte van de zon verkeren in stanken. Vanuit deze dingen kan vaststaan dat ook de boze nutten uit de geestelijke Zon zijn, maar dat de goede nutten in boze worden verkeerd in de hel. Daaruit is het duidelijk dat de Heer niet dan goede nutten schiep en schept, maar dat de hel boze nutten voortbrengt.
