სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer # 248

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 325  
  

ჯერჯერობით, ეს თარგმანი შეიცავს პასაჟებს #325 -მდე. ალბათ ჯერ კიდევ სამუშაოა. თუ მარცხენა ისარს დააჭერთ, ნახავთ ბოლო თარგმნილ რიცხვს.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3685

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

3685. Dat de woorden ‘en naar Paddan-Aram gegaan was’ betekenen, om vervuld te worden met de erkentenissen van dit goede en ware, blijkt uit de betekenis van gaan en vertrekken, namelijk de orde en de ingestelde regel van het leven, waarover de nrs. 1293, 3335; hier dus om vervuld te worden overeenkomstig de orde, namelijk met de erkentenissen van dat goede en ware, die door Paddan-Aram worden aangeduid, nrs. 3664, 3675.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2986

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

2986. Dat de woorden ‘van de zonen Cheths’ betekenen, dat zij een Kerk uit de heidenen was, kan blijken uit de betekenis van de zonen Cheths; de zonen Cheths waren niet degenen, bij wie de Kerk werd ingesteld, maar zij zijn diegenen, door wie deze Kerk werd uitgebeeld. Want alle dingen in het Woord zijn van uitbeeldende aard en ook betekenen zij niet de personen die genoemd worden, maar door middel daarvan de dingen die tot het rijk van de Heer en de Kerk behoren. Dat door de zonen Cheths de nieuwe Kerk wordt aangeduid of wat hetzelfde is, zij die van de nieuwe Kerk zijn, werd herhaaldelijk eerder gezegd; maar dat het een nieuwe Kerk was van de heidenen of uit de heidenen, blijkt duidelijk uit wat door Abraham tot de zonen Cheths werd gezegd:

‘Ik ben een vreemdeling en inwoner bij u’, vers 4, waarmee werd aangeduid, dat de Heer hun onbekend was en dat Hij niettemin bij hen kan zijn, nr. 2915. Hieruit blijkt duidelijk dat door de zonen Cheths de Kerk uit de heidenen wordt aangeduid, want het kan van geen anderen gezegd worden, dat de Heer hun onbekend is. Bovendien moet men weten, dat wanneer er een Kerk ophoudt Kerk te zijn, dat wil zeggen wanneer de naastenliefde te gronde gaat en een nieuwe Kerk door de Heer wordt opgericht, dit zelden, zo ooit plaatsvindt bij hen, bij wie de oude Kerk was, maar bij hen, bij wie tevoren geen Kerk was, dat wil zeggen, bij de heidenen; zo gebeurde het dat er, toen de Oudste Kerk te gronde ging, een nieuwe Kerk – Noach genaamd of de Oude Kerk, die na de vloed was – bij de heidenen werd gesticht, dat wil zeggen, bij hen waar tevoren geen Kerk was; eveneens toen deze Kerk te gronde ging; toen werd de gelijkenis van een Kerk gesticht bij de nakomelingen van Abraham uit Jakob, dus eveneens bij de heidenen. Want Abraham was, toen hij geroepen werd, een heiden, zie de nrs. 1356, 1992, 2559;

en Jakobs nakomelingen in Egypte werden nog meer tot heidenen, dermate, dat zij hoegenaamd niets wisten van Jehovah, dus van alle Goddelijke eredienst. Nadat deze Kerk was voleindigd, werd de oorspronkelijke Kerk uit de heidenen opgericht, nadat de Joden verworpen waren, eveneens zal het ook zo zijn met deze Kerk, de christelijke genaamd. De reden waarom door de Heer bij de heidenen een nieuwe Kerk wordt gesticht, is deze, dat zij geen beginselen van het valse hebben tegenover de waarheden van het geloof, want zij kennen de waarheden van het geloof niet. De beginselen van het valse, van kinds af aan ingezogen en naderhand bevestigd, moeten eerst uiteengedreven worden, voordat de mens kan worden wederverwekt en van de Kerk worden; en zelfs kunnen de heidenen niet door de boosheden van het leven de heilige dingen ontwijden, want niemand kan het heilige ontwijden, die niet weet wat het is, nrs. 593, 1008, 1010, 1059. Daar de heidenen in onwetendheid verkeren, vrij van struikelblokken, zijn zij dus in een betere staat om de waarheden op te nemen, dan zij die van de Kerk zijn; en al diegenen onder hen, die in het goede van het leven zijn, nemen de waarheden gemakkelijk op, zie hierover de nrs. 932, 1032, 1059, 1327, 1328, 1366, 2049, 2051, 2589-2604.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl