4299. Omdat ik God van aangezichten tot aangezichten heb gezien en mijn ziel bevrijd is geweest; dat dit betekent dat Hij de zwaarste verzoekingen doorstond, alsof zij uit het Goddelijke waren, staat vast uit de betekenis van ‘God zien’, namelijk de toenadering tot Hem door de innerlijke dingen, namelijk door de goede en ware dingen, vandaar de tegenwoordigheid, zie nr. 4198 en uit de betekenis van de aangezichten, nrs. 1999, 2434, 3527, 3573, 4066;

en dus het denken en de aandoeningen, want deze beide zijn de innerlijke dingen, omdat zij van de ziel en van het gemoed zijn en zich in het aangezicht openbaren; en uit de betekenis van ‘mijn ziel is bevrijd geweest’ namelijk doorstaan, namelijk de Goddelijke tegenwoordigheid. Dat door al die dingen wordt aangeduid dat Hij de zwaarste verzoekingen doorstond alsof zij uit het Goddelijke waren, kan nergens anders vandaan blijken dan uit de naastgelegen en de verderaf gelegen oorzaken van de verzoekingen; de naastgelegen oorzaken zijn de boze en valse dingen bij de mens, die hem in verzoekingen leiden, dus de boze geesten en genieën die ze ingieten, nr. 4249; toch kan niemand verzocht worden, dat wil zeggen, enige geestelijke verzoeking ondergaan, dan alleen degene die een geweten heeft, want de geestelijke verzoeking is niets anders dan een marteling van het geweten; dus kunnen geen anderen verzocht worden dan zij die in het hemels en geestelijk goede zijn, want dezen hebben een geweten; de overigen hebben het niet en weten zelfs niet eens wat een geweten is; het geweten is de nieuwe wil en het nieuwe verstand uit de Heer; en dus is het de tegenwoordigheid van de Heer bij de mens en deze tegenwoordigheid is des te dichter nabij, hoe meer de mens in de aandoening van het goede of van het ware is; indien de tegenwoordigheid van de Heer dichter nabij is dan de mens naar verhouding in de aandoening van het goede of het ware is, dan komt de mens in verzoeking; de oorzaak hiervan is dat de boze en valse dingen die bij de mens zijn, die getemperd zijn met de goede en ware dingen bij hem, de nadere tegenwoordigheid niet kunnen doorstaan; dit kan vaststaan uit wat in het andere leven bestaat, namelijk dat de boze geesten geenszins enig hemels gezelschap kunnen naderen of zij beginnen angstig en gemarteld te worden; verder dat de boze geesten het niet verdragen dat de engelen hen onderzoeken, want zij worden terstond gemarteld en vallen in onmacht; en eveneens hieruit dat de hel van de hemel is verwijderd, met als oorzaak dat de hel de hemel niet verdraagt, dat wil zeggen, de tegenwoordigheid van de Heer die in de hemel is; vandaar komt het, dat in het Woord van hen gezegd wordt:

‘Dan zullen zij aanvangen te zeggen tot de bergen: Valt op ons en tot de heuvelen; Verbergt ons’, (Lukas 23:30);

en elders:

‘Zij zullen tot de bergen en tot de steenrotsen zeggen: Stort over ons en verbergt ons van het aangezicht van Degene die op de troon zit’, (Openbaring 6:16);

ook verschijnt de nevelachtige en duistere sfeer die uitwasemt van de boze en valse dingen van degenen die in de hel zijn, in de gedaante van een berg of een steenrots, waaronder zij verborgen worden, zie de nrs. 1265, 1267, 1270. Hieruit nu kan men weten dat ‘ik heb God van aangezichten tot aangezichten gezien en mijn ziel is bevrijd geweest’ de zwaarste verzoekingen betekent, alsof die uit het Goddelijke waren. De verzoekingen en de martelingen verschijnen alsof zij uit het Goddelijke waren, omdat ze, zoals gezegd, door de Goddelijke tegenwoordigheid van de Heer ontstaan, toch zijn ze niet vanuit het Goddelijke of uit de Heer, maar uit de boze en valse dingen die bij degene zijn die verzocht of gemarteld wordt; uit de Heer immers gaat niet dan het heilige, goede, ware en barmhartige voort; het is dit heilige, namelijk het goede, het ware en het barmhartige, dat diegenen die in de boze en valse dingen zijn, niet kunnen uithouden, omdat die dingen tegenovergesteld of strijdig zijn; de boze dingen, de valse dingen en de onbarmhartigheid streven aanhoudend daarnaar om die heilige dingen te schenden en voor zoveel als zij ze aanvallen voor zoveel worden zij gemarteld; en wanneer zij aanvallen en vandaar gemarteld worden, dan menen zij dat het het Goddelijke is dat hen martelt; dit is het wat wordt verstaan onder ‘alsof zij uit het Goddelijke waren’. Dat niemand Jehovah van aangezicht tot aangezicht kan zien en leven, was aan de Ouden bekend en van daar ging de erkentenis daarover over op de nakomelingen van Jakob; daarom waren zij zozeer verheugd wanneer zij enig engel hadden gezien en toch leefden; zoals in het Boek Richteren:

‘Gideon zag, dat het een engel van Jehovah was; daarom zei Gideon: Heer Jehovah, daarom omdat ik een engel van Jehovah gezien heb van aangezicht tot aangezicht; en Jehovah zei tot hem: Vrede zij u, vrees niet, omdat gij niet sterven zult’, (Richteren 6:22, 23). In hetzelfde Boek:

‘Manoach zei tot zijn echtgenote: Stervende zullen wij sterven, omdat wij God gezien hebben’, (Richteren 13:22);

en bij Mozes:

‘Jehovah zei tot Mozes:

‘Gij zult Mijn aangezichten niet kunnen zien, omdat de mens Mij niet zal zien en leven’, (Exodus 33:20). Dat van Mozes wordt gezegd dat hij met Jehovah sprak van aangezicht tot aangezicht, (Exodus 33:11) en dat ‘Jehovah hem gekend heeft van aangezicht tot aangezicht’, (Deuteronomium 34:10), is omdat Hij hem verscheen in een menselijke vorm die aangepast was aan zijn opneming en die uiterlijk was, namelijk als een oude man met een baard, die bij hem gezeten was, zoals ik door de engelen hierover ben onderricht; vandaar hadden ook de Joden geen andere voorstelling dan zoals van een zeer oud mens met een lange en sneeuwwitte baard, die meer dan de andere goden wonderen kon doen; niet dat Hij de Allerheiligste was, omdat zij niet wisten wat het heilige was; te minder zouden zij ooit het heilige hebben kunnen zien dat uit Hem voortgaat, omdat zij in een lichamelijke en aardse liefde waren, zonder heilig innerlijke, nrs. 4289, 4293.

652. Verse 8. And their bodies shall be upon the street of the great city, signifies their extinction by the evils and falsities of doctrine. This is evident from the signification of "bodies" as being that the good of love and the truth of doctrine signified by "the two witnesses" have been extinguished; for "to be killed" signifies to be extinguished, here spiritually, because it refers to those who have wholly destroyed these things in themselves. In like manner the Lord is said "to have been slain" and "to be dead," to signify that the Divine proceeding from Him, which is Divine good and Divine truth, has been rejected, that is, the Lord has been slain and is dead with those by whom that has been rejected (See above, n. 83). This is evident also from the signification of "the street of the great city," as being the truth and good of doctrine, and in the contrary sense the falsity and evil of doctrine; for "street" signifies truth leading, and in the contrary sense falsity leading (of which presently); and "city" signifies doctrine (of which above, n. 223. It is said "great city," because "great" is predicated of good, and in the contrary sense of evil, as "many" is predicated of truth, and in the contrary sense of falsity (See above, n. 223, 336, 337). This now makes clear that "the bodies of the two witnesses upon the street of the great city" signifies the extinction of the good of love and charity and of the truth of doctrine and faith by the falsities and evils of doctrine. As the evils and falsities of doctrine are signified, it is next said "which great city is spiritually called Sodom and Egypt," "Sodom" signifying the evils of the love, and "Egypt" the falsities therefrom, each pertaining to doctrine, by which the church at its end is destroyed (concerning which in the following articles).

[2] "Street" signifies the truth of doctrine, and in the contrary sense the falsity of doctrine, because in the spiritual sense a "way" signifies truth leading to good, and in the contrary sense falsity leading to evil (See above, n. 97); and streets are ways in a city, and as a "city" signifies doctrine, so a "street" signifies the truth and the falsity of doctrine. Moreover, in the spiritual world there are cities, and streets in them, as in the cities of the world; and what each one is in respect to the affection of truth and intelligence therefrom is known there merely from the place where he dwells and from the streets in which he walks. Those who are in a clear perception of truth dwell in the southern quarter of the city and also walk there; those who are in a clear affection of the good of love dwell in the eastern quarter and also walk there; those who are in an obscure affection of the good of love dwell in the western quarter and also walk there; and those who are in an obscure perception of truth dwell in the northern quarter and also walk there. But in the cities where those live who are in the persuasion of falsity from evil the reverse is true. This makes clear why it is that a "street" signifies truth or falsity leading.

[3] That "streets" have this signification can be seen from the following passages. In Jeremiah:

Run ye to and fro through the streets of Jerusalem, and see, I pray, and know, and seek in the open places thereof if ye can find a man [vir] that doeth judgment, that seeketh truth; then will I pardon her (Jeremiah 5:1).

Because "the streets of Jerusalem and the open places thereof" signify the truths of doctrine, according to the states of affection and perception of those who are of the church, and because "Jerusalem" signifies the church in respect to doctrine it is said, "Run ye to and fro through the streets of Jerusalem, and see and know, and seek in the open places thereof;" and because "judgment" is predicated of truths, since all judgment comes from laws and precepts, which are truths, and because "truth" signifies the truth of doctrine and of faith it is said, "if ye can find a man [vir] that doeth judgment and that seeketh truth."

The "open places" mean particularly the corners of the city, thus the quarters where the dwelling places are; and as each one in the cities in the spiritual world has his dwelling place in accordance with his affection of good and his perception of truth, clear or obscure, therefore "open places" signify truths and goods according to each one's affection and perception.

[4] In Isaiah:

Judgment hath been rejected backward, and justice hath stood afar off; for truth hath stumbled in the street, and rectitude cannot enter (Isaiah 59:14).

"Judgment and justice" signify in the Word truth and good; that these no longer exist is signified by "judgment hath been rejected backward, and justice has stood afar off;" that they have wandered away from the truths of doctrine, and consequently there is no truth in the life, which is the good of life, is signified by "truth hath stumbled in the street, and rectitude cannot enter," for all good of life is acquired by means of the truths of doctrine, for it is by them that a man learns how he ought to live. Because "street" signifies where truth leads, it is said "truth hath stumbled in the street."

[5] In Nahum:

The chariots raged in the street, they ran to and fro in the open places (Nahum 2:4).

Because "chariots" signify the doctrinals of truth, and "streets" and "open places" what is in accord with each one's affection and perception, as above, it is said "the chariots raged in the streets, they ran to and fro in the open places," "to rage" signifying to call falsities truths, and "to run to and fro" signifying to wander off.

[6] In the book of Judges:

In the days of Jael the ways ceased, they that go in footpaths went in crooked paths, they ceased, the open places ceased in Israel (Judges 5:6, 7).

This is in the Song of Deborah and Barak, which treats of the desolation of truth in the church, and afterwards of its restoration; the desolation is described by "the ways ceased, they that go in footpaths went in crooked paths, they ceased, the open places ceased in Israel;" "ways and paths" having the same signification as "streets and open places," namely, truths of doctrine leading, and "to go in crooked ways" signifies to wander away from truths.

[7] In Isaiah:

The city of emptiness shall be broken down, every house shall be shut that no one may enter; a cry over the wine in the streets; every joy shall be mixed, the gladness of the earth shall be banished (Isaiah 24:10, 11).

"The city of emptiness" signifies doctrine in which there is falsity and no truth; "house" signifies the good of the will and thus of the life; thence is evident what is signified by "the city of emptiness shall be broken down, every house shall be shut that no one may enter;" "a cry over the wine in the streets" signifies lamentation on account of the lack of truth and the mingling of truth with falsity, "wine" signifying the truth of the church from the Word; therefore it is said "in the streets," because "street" too signifies truth, and where truth is sought. "Joy and gladness" are mentioned, because "joy" is predicated of the delight that is from the affection of good, and "gladness" of the delight that is from the affection of truth; that these delights will cease is signified by "every joy shall be mixed, the gladness of the earth shall be banished," the earth signifying the church.

[8] In Jeremiah:

How is the city of glory forsaken, the city of my joy! Therefore her young men shall fall in the streets, and all the men of war shall be cut off (Jeremiah 49:25, 26; 50:30).

"The city of glory" signifies the doctrine of Divine truth, and "the city of joy" signifies the delight from the affection of good and truth therein; "young men" signify those who are made intelligent by means of truths; and that the understanding of truth would perish is signified by "the young men shall fall in the streets;" "men of war" signify truths combating against falsities; that there will be no defense of truth against falsities is signified by "all the men of war shall be cut off."

[9] In Ezekiel:

You have multiplied your slain in this city, so that you have filled the streets thereof with the slain (Ezekiel 11:6).

The "slain" mean in the Word those who are destroyed by falsities; for the "sword," by which they are slain, signifies falsity destroying truth; "city" signifies here, as above, the doctrine of truth; thence appears what is signified by "the slain in the city;" "to fill the streets with the slain" signifies to lay waste the truth by falsities.

[10] In Lamentations:

They that did eat delicacies are laid waste in the streets; and they that were brought up in crimson have embraced dunghills. The form of the Nazirites is darker than blackness, they are not recognized in the streets. They have wandered about blind in the streets, they are polluted with blood. They have hunted our steps so that we cannot go in the streets (Lamentations 4:5, 8, 14, 18).

Here, too, "streets" signify the truths of doctrine leading to the good of life, or truths according to which one must live. This treats of the church where the Word is, and its devastation in respect to truths; therefore "they that did eat delicacies are laid waste in the streets" signifies that those who have imbibed genuine truths from the Word have no longer any truths, "delicacies" meaning genuine truths from the Word; "they that were brought up in crimson have embraced dunghills" signifies that those who had imbibed genuine goods from the Word have nothing but the falsities of evil, "crimson" signifying the genuine good of the Word, in particular the celestial love of truth, and "dunghills" signifying the falsities of evil; "the form of the Nazirites is darker than blackness, they are not recognized in the streets," signifies that Divine truth is in such obscurity that it is apparent to no one; "the Nazirites" represent the Lord in relation to Divine truth, and therefore signify Divine truth from the Lord; "they have wandered about blind in the streets, they are polluted with blood," signifies that the truths of the Word are no longer seen because they have been falsified, "the blind" signifying those who do not see truths. "They have hunted our steps, so that we cannot go in the streets," signifies leading astray, so that it is not known how to live, "to hunt the steps" signifying to lead astray by falsities, and "to go" signifying to live, therefore "to go in the streets" signifies to live according to truths.

[11] In Zephaniah:

I will cut off the nations, their corners shall be laid waste; I will make desolate their streets, that none may pass through; their cities shall be laid waste, that there may be no man nor inhabitant (Zephaniah 3:6).

The "nations that shall be cut off," signify the goods of the church; the "corners that shall be laid waste" signify the truths and goods of the church in the whole complex (that this is the signification of "corners" see above, n. 417; the "streets that shall be made desolate, that no one may pass through," signify the truths of doctrine; for the "cities that shall be laid waste, that there may be no man nor inhabitant," signify doctrinals, "man" and "inhabitants" meaning in the Word in the spiritual sense all who are in truths and goods, thus in an abstract sense, truths and goods.

[12] In Zechariah:

I will return to Zion, and will dwell in the midst of Jerusalem, whence Jerusalem shall be called the city of truth. There shall yet old men and women dwell in the streets of Jerusalem, and the streets shall be full of boys and girls playing in the streets thereof (Zechariah 8:3-5).

This is said of the Lord's coming, and of the New Church to be established by Him; "Zion" means the church in respect to the good of love, and "Jerusalem" the church in respect to the truths of doctrine, therefore Jerusalem is called "the city of truth;" "the old men and women who shall dwell in the streets of Jerusalem" mean those that are intelligent and wise through the truths of doctrine; "the boys and girls playing in the streets, of whom the streets of the city shall be full," signify the affections of truth and good and their delights, in which those shall abound who live in the truths of doctrine.

[13] In Jeremiah:

According to the number of thy cities were thy gods, O Judah; and according to the number of the streets of Jerusalem have ye set up altars to shame, altars to burn incense to Baal (Jeremiah 11:13).

"According to the number of thy cities were thy gods, O Judah," signifies that there were as many falsities as doctrinals, "cities" signifying doctrinals, and "gods" falsities of religion; "according to the number of the streets of Jerusalem have ye set up altars to shame" signifies that there were as many kinds of worship as there were falsities of doctrine, "streets" here signifying the falsities of doctrine, and "altars" worship; worship from falsities is what is meant, because the altars meant were altars of incense, for it is said, "altars to burn incense to Baal," and "incense" signifies spiritual good, which in its essence is truth from good, and in the contrary sense falsity from evil.

(That this is the signification of "incense" and its "altar," see above, n. 324, 491, 492, 567.)

[14] In the same:

Seest thou not what they do in the cities of Judah and in the streets of Jerusalem? The sons gather wood and the fathers kindle the fire, the women knead dough to make cakes to the queen of the heavens, and to pour out drink-offerings to other gods; I will make to cease in the cities of Judah and in the streets of Jerusalem the voice of joy and the voice of gladness (Jeremiah 7:17, 18, 34).

What these words signify in the spiritual sense may be seen fully explained above n. 555; also that "the cities of Judah" signify the doctrinals of the church, and "the streets of Jerusalem" its truths of doctrine.

[15] In the same:

Have ye forgotten the evils which they did in the land of Judah and in the streets of Jerusalem? (Jeremiah 44:9)

"The land of Judah" signifies the church in respect to good, but here in respect to evil; and "the streets of Jerusalem" signify the truths of doctrine, but here its falsities of doctrine.

[16] In Ezekiel:

With the hoofs of his horses Nebuchadnezzar king of Babylon shall trample down all thy streets; he shall slay thy people with the sword, and he shall bring down the pillars of strength to the earth; they shall make a spoil of thy wealth (Ezekiel 26:11, 12).

"Nebuchadnezzar king of Babylon" signifies the profanation of truth and its consequent destruction; "to trample down all thy streets with the hoofs of his horses" signifies that all the truths of the church will be destroyed by the fallacies of the sensual man; "he shall slay the people with the sword" signifies that truths will be destroyed by falsities; that thus also all worship from truths will be destroyed is signified by "he shall bring down the pillars of strength to the earth," for "pillars" signify holy worship from truths, and because all power is of truth from good they are called "pillars of strength;" that knowledges of truth will also be destroyed is signified by "they shall make a spoil of thy wealth." (That "wealth" and "riches" mean the knowledges of truth, see above, n. 236.)

[17] In the same:

Thou hast built thee an eminent place and hast made thee an exalted place in every street, upon every head of the way thou hast made thee thy eminent place, and thou hast made thy beauty abominable (Ezekiel 16:24, 25, 31).

"Eminent place" and "exalted place" with the ancients signified heaven; from this came the practice of sacrificing upon high mountains, or in place of these upon places built up high, therefore worship from evils and from the falsities of doctrine is signified by "making an eminent and an exalted place in every street, and upon every head of the way;" and as that worship became idolatrous it is said that "they made their beauty abominable," "beauty" meaning truth and intelligence therefrom; for everyone in the spiritual world is beautiful according to truths from good, and intelligence therefrom.

[18] In Amos:

Lamentations shall be in all the streets, and they shall say in all the open places, Alas, alas! and they shall call the husbandman to mourning (Amos 5:16).

"Lamentations shall be in all the streets, and they shall say in all the open places, Alas, alas!" signifies grief because truth and good are everywhere laid waste; "and they shall call the husbandman to mourning" signifies the grief of the men of the church on this account, "husbandman" signifying the man of the church, because a "field" signifies the church in respect to the implantation of truth.

[19] In David:

Our garners are full, affording food on food; our flocks are thousands and ten thousands in our streets; our oxen are laden, there is no breach nor fleeing away, nor outcry in our open places (Psalms 144:13, 14).

"Garners which are full of food" signify the doctrinals from the Word, thus the Word itself, wherein are all truths of doctrine which furnish instruction and spiritual nourishment; "flocks are thousands and ten thousands in the streets" signifies spiritual goods and truths, "thousands of flocks" goods, and "ten thousands" truths; "oxen laden" signify natural goods and their affections; "no breach" signifies their coherence; "no fleeing away" signifies no loss of any of these; "no outcry in the open places" signifies no lamentation anywhere over the lack of these.

[20] In Job:

God, who giveth rain upon the faces of the earth, and who sendeth waters upon the faces of the streets (Job 5:10).

"To give rain upon the faces of the earth" signifies the influx of Divine truth into all things with those who are of the church; and "to send waters upon the faces of the streets" signifies Divine influx into the truths of doctrine, that man may be rendered spiritual thereby.

[21] In Isaiah:

In its streets they have girded themselves with sackcloth, upon its roofs and in its streets he shall howl, flowing down in weeping (Isaiah 15:3).

This is said of the city Ar in the land of Moab, which signifies the doctrine of those who are in truths from the natural man; grief over their falsities of doctrine, from the first to the last, is signified by "they have girded themselves with sackcloth, upon its roofs and in its streets he shall howl," "roofs" meaning interior things, and "streets" exterior things with such. In Jeremiah:

Upon all the roofs of Moab and in its streets, lamentation everywhere (Jeremiah 48:38).

The signification here is similar, as above.

[22] In Daniel:

Know and perceive that from the going forth of the Word even to the restoration and building of Jerusalem, even to Messiah the prince; after sixty and two weeks it shall be restored and built, street and ditch, but in straitness of times (Daniel 9:25).

He who knows not the spiritual sense of the Word may think that by "Jerusalem" here Jerusalem is meant, and that it is to be restored and built; also that "the street and ditch" which it is said will be restored and built mean a street and ditch of that city; but "Jerusalem" means the church that is to be established by the Lord, and "street and ditch" mean the truth of doctrine; "street" truth, and "ditch" doctrine. What is there signified by the number of weeks is not to be explained in this place.

[23] This makes evident that "the street of the New Jerusalem" has a like signification in the following passages in Revelation:

The twelve gates were twelve pearls and the street of the city was pure gold, as it were transparent glass (Revelation 21:21).

And afterwards:

He showed me a pure river of water of life, bright as crystal, proceeding out of the throne of God and of the Lamb; in the midst of the street thereof and of the river on either side was the tree of life, bearing twelve fruits (Revelation 22:1, 2).

But these passages will be explained hereafter.

[24] In Isaiah:

Thy sons have fainted, they lay at the head of all the streets, as an antelope in a net (Isaiah 51:20).

This, too, is said of Jerusalem, that is, the church vastated in respect to doctrine, "sons" meaning those who are in the truths of doctrine; "to faint and to lie at the head of all the streets" signifies to be deprived of all truth, "head or beginning of the streets" signifying entrance to truth, thus all truth.

[25] In Lamentations:

The infant and the suckling faint in the streets of the city. Lift up thy hands to the Lord respecting the souls of thine infants, who have fainted from famine at the head of all the streets (Lamentations 2:11, 19).

"Infant and suckling" signify innocence, and also the goods and truths that are first born and made alive by knowledges from the Word with men who are regenerating, and which, being the first, are faultless and blameless; entire lack of these is signified by "they have fainted in the streets of the city, and at the head of all the streets;" it is said "from famine," because "famine" signifies loss, lack, and ignorance of knowledges, and at the same time desire for them (See above, n. 386).

[26] In Nahum:

Her infants were dashed in pieces at the head of all the streets, and over her honorable ones they cast a lot, and all her great ones were bound with chains (Nahum 3:10).

Here also "infants" mean the truths that are firstborn and vivified, and "to be dashed in pieces at the head of all the streets" signifies to be scattered and to perish; "honorable ones" signify the goods of love; "to cast a lot over them" signifies dispersion of these; "great ones" signify the truths of good; and "to be bound with chains" signifies to be tied by falsities so that truth cannot come forth. This is said of "the city of bloods" which signifies the doctrine in which the truths of the Word are falsified.

[27] In Jeremiah:

Death cometh up through our windows, it cometh into our palaces, to cut off the infant from the street, the young men from the open places (Jeremiah 9:21).

"Death" means here spiritual death, which takes place when falsity is believed to be truth and truth to be falsity, and the life is in accordance therewith; "windows" signify the thoughts from the understanding, "palaces" the interior and thus the more sublime things of the human mind; this makes clear what is signified by "death cometh up through the windows and cometh into our palaces;" "infant" signifies here as above the truths that are firstborn through knowledges from the Word; "young men" signify truths acquired, from which comes intelligence; and "streets and open places" signify the truths of doctrine and the truths of life which lead to intelligence and wisdom; this makes clear what is signified by "cutting off the infant from the street, the young men from the open places."

[28] In the same:

I am full of the anger of Jehovah, I am weary with holding in; pour out upon the infant in the street, and upon the assembly of young men; for even the man with the woman shall be taken, the old man with him that is full of days (Jeremiah 6:11).

Here "the infant in the street" and "the young men" have a similar signification as above; "man [vir] and woman" signify truth conjoined to good and intelligence therefrom; and "old man" and "one full of days" signify wisdom.

[29] As "street" signifies the truth of doctrine leading, and in the contrary sense falsity, "the clay of the streets," "the mire," and "dung" signify the falsity of the love of evil, in the following passages. In Isaiah:

Their carcass has become as the dung of the streets (Isaiah 5:25).

He shall make him to be trodden down like the clay of the streets (Isaiah 10:6).

In Micah:

She shall be trodden down like the mire of the streets (Mic. Micah 7:10).

In David:

I will beat them small as the dust before the faces of the wind, I will spread them out as the mire of the streets (Psalms 18:42).

All this, too, is from the appearances in the spiritual world; in the cities there in which falsities from evil reign the streets appear full of dung, mire and clay. This makes evident what is signified by:

The Lord's commanding the seventy whom He sent out to preach the Gospel, Into whatever city ye enter and they receive you not, go out into the streets thereof and say, Even the dust of your city that cleaveth unto us do we shake off from us ¹ (Luke 10:10, 11).

[30] Because "the streets of a city" signify the truths of doctrine, according to which one should live, it was customary to teach and to pray in the streets. Thus in the second book of Samuel:

Tell it not in Gath, publish it not in the streets of Ashkelon, lest the daughters of the Philistines rejoice (2 Samuel 1:20).

In Matthew:

When thou doest alms sound not a trumpet before thee, as the hypocrites do in the synagogues and in the open places that they may have glory of men. And when thou prayest thou shalt not be as the hypocrites, for they love to pray standing in the synagogues and in the corners of the streets where they may be seen of men (Matthew 6:2, 5).

And in Luke:

Then shall ye begin to say, We did eat before Thee and drink, and Thou didst teach in our streets; but He shall say, I tell you I know you not whence ye are (Luke 13:26, 27).

[31] Furthermore, from the signification of "street," as meaning the truth of doctrine, it is also evident why the Lord said in the parable that:

The master of the house commanded his servants to go out quickly into the streets and open places of the city and bring in the poor, the maimed, the lame, and the blind (Luke 14:21).

"The poor, the maimed, the lame, and the blind," do not mean such in a natural sense, but such in a spiritual sense, that is, such as had not the Word, and were therefore in ignorance of truth and in lack of good, but still desired truths by means of which they might obtain good; such were the Gentiles with whom the church of the Lord was afterwards established.

[32] Because "the street of a city" signified either truth or falsity teaching and leading, therefore:

The angels that came to Sodom said that they would lodge all night in the street (Genesis 19:2).

And for the same reason it was commanded that:

If the sons of Israel observed that those in any city served other gods they should smite the inhabitants of the city with the sword, utterly destroying the city, and they should bring all the spoil of it into the midst of the street, and burn the city and all the spoil with fire (Deuteronomy 13:14, 16, 17).

"Other gods" signify the falsities of worship, "the sword" the destruction of falsities by truths; "spoil" the falsification of truth; and "fire" the punishment of the love of evil and its destruction.

[33] From these passages cited from the Word it can be seen what is signified by "the bodies of the two witnesses were cast forth upon the street of the great city which spiritually is called Sodom and Egypt," and afterwards that "they were not suffered to be placed in sepulchers;" for it was a custom with the Jewish and Israelitish nation to cast out the slain that were enemies into the ways and streets, and not to bury them, as a sign of their hatred of such; but still this represented that by such enemies infernal evils and falsities that could not be raised again to life were meant, that is, those who were in infernal evils and falsities.

[34] This is evident in Jeremiah:

The prophets prophesy, saying, Sword and famine shall not be in this land; by sword and by famine shall these prophets be consumed, and the people to whom they prophesy shall be cast out into the streets of Jerusalem, and there shall be no one to bury them (Jeremiah 14:15, 16).

A "prophet" means the doctrine of truth, here the doctrine of falsity, because they prophesied falsities; and as "streets" signified where falsities are, it is said that "they were to be cast out into the streets of Jerusalem."

სქოლიოები: