სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4298

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

4298. En Jakob noemde de naam van de plaats Peniël; dat dit de staat van de verzoekingen betekent, staat vast uit de samenhang; oudtijds werden aan plaatsen waar iets bijzonders voorviel, namen gegeven en deze namen waren tekenend voor de zaak die daar voorviel en voor de staat ervan, nrs. 340, 2643, 3422; aan deze plaats werd een naam gegeven die de staat van de verzoekingen betekende, want de staat van de verzoekingen wordt hier beschreven door de worsteling en het kampen van Jakob; Peniël betekent in de oorspronkelijke taal ‘de aangezichten van God’ ; dat ‘de aangezichten van God’ zien, wil zeggen, de zwaarste verzoekingen doorstaan, zal in wat volgt worden ontvouwd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer # 248

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 325  
  

ჯერჯერობით, ეს თარგმანი შეიცავს პასაჟებს #325 -მდე. ალბათ ჯერ კიდევ სამუშაოა. თუ მარცხენა ისარს დააჭერთ, ნახავთ ბოლო თარგმნილ რიცხვს.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 7343

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

7343. En alle Egyptenaren groeven rondom de rivier wateren om te drinken; dat dit het doorvorsen van het ware betekent dat zij zouden toepassen op de valsheden, staat vast uit de betekenis van graven, namelijk trachten te doorgronden, waarover hierna; uit de betekenis van de wateren rondom de rivier, namelijk de waarheden; dat de wateren rondom de rivier de waarheden zijn, komt omdat die buiten de rivier waren en niet bloed waren geworden.

Dat de wateren de waarheden zijn, zie de nrs. 739, 790, 2702, 3058, 3424, 4976, 5668; en uit de betekenis van drinken, namelijk de valsheden toepassen; dat drinken toepassen is, zie nr. 5709; wie immers drinkt, past op zich toe, dus neemt op; maar men moet weten dat de toepassing plaatsvindt volgens de hoedanigheid en de staat van degene die het op zich toepast; wie in de aandoening van het ware is, past de ware dingen op zich toe, volgens de staat en de hoedanigheid van de aandoening; wie in de aandoening van het valse is, verdraait en vervalst de waarheden, wanneer hij die op zich toepast, wat hieruit kan vaststaan, dat het Goddelijk Ware bij ieder mens invloeit, maar dat het bij eenieder wordt gevarieerd volgens de staat en de hoedanigheid van zijn leven; en vandaar dat de helsen dit Ware verkeren in helse zaken; eender verkeren zij het Goddelijk Goede in het boze, de hemelse liefden in duivelse liefden, de barmhartigheid in haat en wreedheid, de echtelijke liefde in echtbreuk, dus in tegenstellingen; de oorzaak hiervan is dat de hoedanigheid en de staat van hun leven tegengesteld zijn; vandaar komt het dat met alle Egyptenaren groeven rondom de rivier, het uitzoeken van het ware wordt aangeduid dat zij zouden toepassen op de valsheden.

Dat het ware in het valse en het goede in het boze wordt verkeerd bij hen die in het valse en boze zijn en eveneens omgekeerd, blijkt uit de algemene regel, dat voor de zuivere mens alle dingen zuiver zijn en voor de onzuivere mens alle dingen onzuiver; dit kan eveneens worden toegelicht uit voorbeelden in de natuur; zoals uit het licht dat uit de zon is; dat licht is blinkend wit, niettemin wordt het gevarieerd volgens de vormen waarin het invloeit; vandaar de kleuren; en het wordt schoon in schone vormen en lelijk in lelijke vormen; dit kan ook worden toegelicht met het enten van twijgen in bomen; de geënte twijg op de gemeenschappelijke stam draagt haar eigen vrucht en daarom wordt het sap van de boom zodra dat in de geënte twijg invloeit, gevarieerd en wordt tot sap van de twijg en geschikt om de bladeren en de vruchten ervan voort te brengen.

Eender is het gesteld met de dingen die bij de mens invloeien.

Dat graven doorvorsen is, komt omdat met het water, de bron, de put, die uitgegraven worden, waarheden worden aangeduid, die niet uitgegraven maar door doorzocht worden en daarom wordt ook in de oorspronkelijke taal met hetzelfde woord, wanneer het op waarheden wordt toegepast, navorsen aangeduid.

In de profetieën echter wordt in plaats van het ware òf water, òf bron gezegd en in plaats van navorsen wordt gezegd graven; zodanig immers is de profetische taal, zoals blijkt bij Mozes,, waar gehandeld wordt over de bron Beer, waarover Israël dit gezang zong: ‘Klim op, bron, antwoord over haar: De bron die de vorsten gegraven hebben, de eersten des volks uitgegraven, door de Wetgever, met hun stokken’, (Numeri 21:16-18); daar wordt met de bron de leer van het Goddelijk Ware aangeduid, met graven het navorsen ervan.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl