სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 1

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

1. Dat het Woord van het Oude Testament verborgenheden van de hemel bevat, en dat zowel het geheel als elke bijzonderheid daarvan op de Heer betrekking heeft, op Zijn hemel, op de Kerk, op het geloof en de dingen van het geloof, kan geen sterveling uit de letter opmaken. Uit de letter of uit de letterlijke zin ziet niemand iets anders, dan dat het in het algemeen gaat over de uiterlijke dingen van de Joodse Kerk, terwijl er overal een innerlijke zin is, dat nergens in het uiterlijke aan het licht komt, behalve dan het zeer weinige dat de Heer onthuld heeft en aan de apostelen heeft ontvouwd; zo bijvoorbeeld, dat de offeranden de Heer betekenen, het land Kanaän en Jeruzalem en ook het Paradijs, de hemel betekenen, waarom dan ook van het hemelse Kanaän en Jeruzalem gesproken wordt.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 1885

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

1885. Maar deze beide soorten van gezichten zijn buitengewoon en zij zijn mij alleen getoond met het doel, dat ik weten zou van welke aard zij zijn. Tot het op gewone wijzen geziene echter behoort alles wat men door de Goddelijke barmhartigheid van de Heer, in dit eerste deel vindt meegedeeld, en aan het begin van elk hoofdstuk werd geplaatst en ook erachteraan toegevoegd. Maar dit zijn geen gezichten, maar geziene dingen bij volledig wakker zijn van het lichaam en wel nu reeds sinds verscheidene jaren. Einde van hoofdstuk 15 -----

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

სვედენბორგის ნაშრომებიდან

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 1408

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 10837  
  

1408. Deze dingen en de volgende hebben zich historisch zo toegedragen, als zij beschreven zijn, maar de geschiedenissen zijn van uitbeeldende aard, en alle woorden aanduidingen; dit is ook zo het geval met alle historische gedeelten van het Woord niet alleen met de boeken van Mozes, maar ook met Jozua, Richteren, Samuël en Koningen; in al deze boeken verschijnt niets anders dan geschiedenis; maar hoewel het in de letterlijke zin geschiedenis is, bevat de innerlijke zin nochtans hemelse verborgenheden, welke daarin verscholen liggen; deze verborgenheden kunnen nooit worden gezien, wanneer het gemoed met het oog aan de historische dingen vasthoudt, en zij worden ook niet geopenbaard vooraleer het gemoed zich van de letterlijke zin verwijdert. Het is met het Woord van de Heer gesteld als met het lichaam waarin een levende ziel is; de dingen die tot de ziel behoren, verschijnen niet, zolang het gemoed dermate aan de lichamelijke dingen kleeft, dat het nauwelijks gelooft een ziel te hebben, nog minder te zullen leven na de dood; zodra echter het gemoed zich uit de lichamelijke dingen terugtrekt, verschijnen de dingen die tot de ziel en tot het leven behoren. Dit is ook de reden, dat niet alleen de lichamelijke dingen moeten sterven vooraleer de mens opnieuw geboren of wederverwekt kan worden, maar ook dat het lichaam sterven moet, opdat de mens in de hemel kan komen en de hemelse dingen zien. Zo is het ook gesteld met het Woord van de Heer; de lichamelijke dingen zijn de dingen, die tot de letterlijke zin behoren; wanneer het gemoed daarin gehouden wordt, worden de innerlijke dingen nooit gezien, maar eerst wanneer deze lichamelijke dingen dood zijn, vertonen de innerlijke dingen zich aan het oog. Toch vertonen de dingen, die tot de letterlijke zin behoren, overeenkomst met de dingen, die bij de mens in het lichaam zijn, namelijk met de wetenschappelijkheden van het geheugen welke uit de zinnelijke dingen voortkomen en uit algemene vaten bestaan, waarin de innerlijke dingen zijn. Hieruit kan men weten dat de vaten iets geheel anders zijn dan de wezenlijke dingen, welke in de vaten zijn. De vaten zijn de natuurlijke dingen; de wezenlijke dingen, welke de vaten bevatten, zijn geestelijke en hemelse dingen. Evenzo zijn de geschiedenissen van het Woord, evenals elk woord in het Woord, algemene, natuurlijke, ja zelfs stoffelijke vaten, waarin geestelijke en hemelse dingen zijn. Deze dingen komen nooit tot aanschouwing dan alleen door de innerlijke zin. Eenieder kan dit alleen al hieruit opmaken, dat vele dingen in het Woord zijn gezegd naar schijnbaarheden, ja zelfs naar zinsbegoochelingen, zo bijvoorbeeld dat de Heer toornt, vervloekt, doodt, en dergelijke dingen meer, terwijl toch in de innerlijke zin het tegendeel gelegen is, namelijk dat de Heer nooit toornt en straft, nog minder vervloekt en doodt. Intussen schaadt het hen, die uit de eenvoud van het hart het Woord geloven, zoals zij het in de letter opnemen, geenszins, wanneer zij in de naastenliefde leven; dit komt omdat het Woord niets anders leert, dan dat eenieder met de naaste in naastenliefde zal leven, en dat men de Heer boven alles lief zal hebben; zij die dat doen hebben innerlijke dingen bij zich, en zo worden bij hen uit de letterlijke zin opgenomen denkfouten gemakkelijk verstrooid.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl