Hemel en Hel # 575

By ემანუელ შვედენბორგი

შეისწავლეთ ეს პასაჟი.

  
/ 603  
  

575. Het tandengeknars evenwel is het voortdurend strijden en vechten van valsheden met elkaar, dus van degenen die in valsheden zijn, eveneens verbonden met verachting van anderen, vijandelijkheid, spot, hoon en laster, die ook in verscheidene soorten van twisten uitbreken; want ieder strijdt voor zijn eigen valse en neemt haar waar. Deze twisten en gevechten worden buiten die hellen gehoord als het knarsen van tanden, en worden ook in tandengeknars veranderd wanneer waarheden uit de hemel er invloeien. In die hellen zijn al degenen die de natuur erkend en het Goddelijke ontkend hebben. In de diepste hellen zij die zich in zulk een ontkenning bevestigd hebben. Daar deze in het geheel geen licht uit de hemel kunnen ontvangen en dus niets in hun binnenste kunnen zien, zijn zij voor het merendeel vleselijke, zinnelijke geesten, die niets geloven dan dat wat zij met hun ogen zien en met hun handen tasten. Daarom zijn alle valsheden van de zin tuigen voor hen waarheden, vanuit welke zij dan ook strijden. Dit is de reden, dat hun getwist gehoord wordt als het knarsen van tanden; want alle valsheden in de geestelijke wereld geven een knarsend geluid en tanden stemmen overeen met de uiterste dingen in de natuur en evenzo met de uiterste dingen in de mens die vleselijk zinnelijk zijn. Dat er in de hellen tandengeknars is, kan men zien in Mattheüs 8:12; 13:42, 50; 22:13; 24:51; 25:30; en in Lucas 8:28.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.