Ze Swedenborgových děl

 

Leer over het Geloof # 22

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 72  
  

22. De liefde tot de Heer is de eigenlijke liefde en de liefde jegens de naaste is de naastenliefde. De liefde tot de Heer bestaat bij de mens alleen in de naastenliefde, in deze verbindt Zich de Heer met de mens. Omdat het geloof in zijn wezen de naastenliefde is, volgt dat niemand geloof in de Heer kan hebben, tenzij hij in de naastenliefde is; hiervanuit is er door het geloof verbinding: door de naastenliefde verbinding van de Heer met de mens en door het geloof verbinding van de mens met de Heer. Dat deze verbinding wederkerig is, zie men in het werk 'Leer des Levens voor Nova Hierosolyma', artikel 102-107.

  
/ 72  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Ze Swedenborgových děl

 

Leer des Levens # 102

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 114  
  

102. De Heer heeft de mens lief en wil bij hem wonen; maar Hij kan hem niet liefhebben en bij hem wonen, tenzij Hij wordt opgenomen en wederkerig geliefd. Vandaar en nergens anders vandaan is de verbinding: de Heer heeft ter wille van die oorzaak de mens het vrije en de rede gegeven; het vrije van te denken en te willen zoals uit zichzelf, en de rede volgens welke hij kan denken en willen. Iemand liefhebben en met hem verbonden worden, die het wederkerige niet heeft, bestaat niet; ook niet binnengaan tot iemand en bij hem blijven, bij wie geen ontvangst is: aangezien de opneming en het wederkerige in de mens zijn uit de Heer, zegt daarom de Heer: 'Blijf in Mij en Ik in u', (Johannes 15:4).

'Die blijft in Mij, en Ik in hem, deze draagt veel vrucht', (Johannes 15:5).

'In die dag zult gij bekennen, dat gij in Mij, en Ik in u', (Johannes 14:20).

Dat de Heer is in de ware dingen en in de goede dingen die de mens opneemt en die bij hem zijn, leert Hij ook: 'Indien gij gebleven zult zijn in Mij, en Mijn woorden in u gebleven zullen zijn. Indien Mijn bevelen gij zult bewaard hebben, zo zult gij blijven in Mijn liefde', (Johannes 15:7, 10).

'Die Mijn geboden heeft en deze doet, die heeft Mij lief, en Ik, liefhebben zal Ik hem, en bij hem wonen', (Johannes 14:21, 23). Zo woont dus de Heer in het Zijne bij de mens en de mens in de dingen die uit de Heer zijn, en zo dus in de Heer.

  
/ 114  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.