4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.
Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer # 248
Tento překlad zatím obsahuje pasáže až po #325. Pravděpodobně se na něm ještě pracuje. Pokud stisknete šipku doleva, najdete toto poslední přeložené číslo.
Arcana Coelestia # 1898
1898. That 'Sarai said to Abram' means that it was so perceived by Him is clear from the meaning of 'Sarai' and of 'Abram', that is to say, 'Sarai' is truth allied to good, while 'Abram' is the Internal Man. Consequently the phrase 'Sarai said to Abram' cannot in the internal sense mean any talking of one to another, but perception. At that time the Lord's perception came from truth allied to the good which served to dictate to Him what the situation was. Something similar occurs with the celestial man who receives perception, in that there is something of truth allied to good which dictates, and later on good from which, or through which, truth is perceived. 'Saying' in the internal sense means perceiving, see 1791, 1815, 1819, 1822.