Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4300

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2495

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

2495. GENESIS – TWINTIGSTE HOOFDSTUK

Dat er in het woord een innerlijke zin is, die niet in de letter verschijnt, is al eerder op vele plaatsen gezegd en aangetoond en van welke aard deze zin is, blijkt duidelijk uit hetgeen van het eerste hoofdstuk van Genesis tot hiertoe is uitgelegd; niettemin is het vergund hetzelfde nog eens te bevestigen, aangezien de weinigen die heden ten dage in het Woord geloven, toch niet weten, dat deze zin van dien aard is. De Heer beschrijft de ‘voleinding der eeuw’, dat wil zeggen de laatste tijd van de Kerk als volgt:

‘Terstond na de verdrukking in die dagen zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten der hemelen zullen bewogen worden’, (Mattheüs 24:29; Markus 13:24) dat de zon hier niet de zon betekent, de maan niet de maan en ook niet de sterren de sterren, maar de zon de liefde tot de Heer en de liefde jegens de naaste, de maan het geloof van de liefde en naastenliefde en de sterren de erkentenissen van het goede en ware, werd aangetoond in de nrs. 31, 32, 1053, 1521, 1529-1531, 2120, 2441; zo wordt door deze woorden van de Heer aangeduid dat er in de voleinding der eeuw of in de laatste tijd, geen liefde meer zal zijn en geen naastenliefde, dus geen geloof. Dat dit de zin is, blijkt duidelijk uit soortgelijke woorden van de Heer bij de profeten, zoals bij Jesaja:

‘Ziet, de dag van Jehovah komt, om het land te stellen tot verlating en Hij zal haar zondaars daaruit verdelgen; want de sterren der hemelen en haar gesternten zullen haar licht niet laten lichten; de zon zal verduisterd worden in haar opgang en de maan zal haar licht niet laten schijnen’, (Jesaja 13:9, 10) waar eveneens wordt gehandeld over de laatste tijd van de Kerk, of wat hetzelfde is, over de voleinding der eeuw.

Bij Joël:

‘Een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolk en dikke donkerheid; de aarde is beroerd voor Hem, de hemelen beefden; de zon en maan werden zwart en de sterren trokken haar glans in’, (Joël 2:2, 10) evenzo. Elders bij dezelfde:

‘De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, eer dat de grote en vreselijke dag van Jehovah komt’, (Joël 2:31) verder nog bij dezelfde:

‘De dag van Jehovah is nabij; de zon en maan zijn zwart geworden en de sterren hebben haar glans ingetrokken’, (Joël 3:14, 15).

Bij Ezechiël:

‘Wanneer Ik u zal uitblussen, zal Ik de hemelen bedekken en hun sterren zwart maken; Ik zal de zon met een wolk bedekken en de maan zal haar licht niet laten lichten, alle lichtende lichten in de hemelen zal Ik zwart maken en Ik zal een duisternis over uw land maken’, (Ezechiël 32:7, 8). Evenzo bij Johannes:

‘Ik zag, toen het het zesde zegel geopend had, en ziet, er werd een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de ganse maan werd als bloed en de sterren vielen op de aarde’, (Openbaring 6:12, 13).

Bij dezelfde:

‘De vierde engel heeft gebazuind, zodat het derde deel van de zon werd geslagen en het derde deel van de maan en het derde deel van de sterren en het derde deel ervan werd verduisterd’, (Openbaring 8:12). Uit deze plaatsen kan blijken, dat de woorden van de Heer bij de evangelisten iets dergelijks bevatten als de woorden van de Heer bij de profeten, namelijk, dat er in de laatste tijden geen naastenliefde of geloof zal zijn; en dat dit de innerlijke zin is, zoals ook nog blijkt bij Jesaja:

‘De maan zal schaamrood worden en de zon zal beschaamd worden, want Jehovah Zebaoth zal regeren op de berg Zion en in Jeruzalem’, (Jesaja 24:23) dat wil zeggen, dat het geloof, dat de maan is, schaamrood zal worden en de naastenliefde, die de zon is, beschaamd, omdat zij van dien aard zijn; van de maan en de zon kan niet gezegd worden dat zij schaamrood en beschaamd zullen worden; en bij Daniël:

‘De hoorn van de geitenbok groeide tegen het zuiden en tegen het oosten, en groeide tot aan het heir der hemelen, en hij wierp van het heir en van de sterren ter aarde neer en hij vertrad ze’, (Daniël 8:8, 10) waar het eenieder duidelijk kan zijn, dat het heir der hemelen niet een leger betekent, noch de sterren.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2323

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

2323. Dat de avond de tijd van de bezoeking is, blijkt uit de betekenis van de avond; de staat van de Kerk wordt in het Woord zowel met tijden van het jaar als met tijden van de dag vergeleken; met de tijden van het jaar, namelijk met: de zomer, de herfst, de winter en de lente daarvan; met de tijden van de dag met: de middag, de avond, de nacht en de morgen daarvan; want het is daarmee soortgelijk gesteld. De staat van de Kerk die avond wordt genoemd, is daar, wanneer er geen naastenliefde meer is, dus wanneer er begint geen geloof meer te zijn, dus wanneer de Kerk ophoudt te zijn; dit is de avond waarop de nacht volgt, zie nr. 22;

en hij is ook daar, wanneer de naastenliefde opblinkt, dus wanneer het geloof opblinkt, dus wanneer een nieuwe Kerk oprijst; deze avond is de schemering vóór de morgen, zie nr. 883; dus betekent de avond beide; want er wordt door de Heer in voorzien, dat er, wanneer er een Kerk ophoudt te zijn, een nieuwe verrijst en dit op dezelfde tijd, want zonder een Kerk ergens op aarde kan het menselijk geslacht niet bestaan, daar het geen verbinding met de hemel zou hebben, zoals in de nrs. 468, 637, 931, 2054 werd aangetoond. In dit hoofdstuk wordt gehandeld over de beide staten van de Kerk, namelijk over het ontstaan van een nieuwe Kerk, die door Loth wordt uitgebeeld en over de ondergang van de oude, die door Sodom en Amora wordt aangeduid, zoals uit de inhoudsopgave kan blijken. Dit is de reden dat hier wordt gezegd, dat de twee engelen tot Sodom kwamen in de avond en dat vermeld wordt, wat er in de avond gedaan werd, vers 1-3, wat in de nacht, vers 4-14; wat in de morgen of in de rijzende dageraad, vers 15-22; en wat nadat de zon was opgegaan, vers 23-26. Daar de avond deze staten van de Kerk betekent, betekent die ook de bezoeking die aan het oordeel voorafgaat, want wanneer het oordeel nabij is, dat wil zeggen, de zaligmaking van de gelovigen en de verdoeming van de ongelovigen, gaat de bezoeking vooraf of het onderzoek, van welke aard zij zijn, dat wil zeggen, of er enige naastenliefde en enig geloof is; deze bezoeking vindt plaats in de avond, waarom ook de bezoeking zelf avond wordt genoemd, zoals bij Zefanja:

‘Wee de inwoners van de streek van de zee, de natie der Cherethim; het woord van Jehovah is tegen ulieden, Kanaän, het land der Filistijnen; en Ik zal verdoen dat er geen inwoner zal zijn; de overblijfselen van het huis van Jehudah zullen weiden in de huizen van Askelon, in de avond zullen zij legeren, want Jehovah, hunlieder God zal hen bezoeken en zal hun gevangenis terugbrengen’, (Zefanja 2:5, 7).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl