3200. In deze beide verzen wordt de staat van het redelijk goede beschreven, wanneer het in de verwachting van het ware is, dat daarmee verbonden moet worden als een bruid met een echtgenoot. In de twee onmiddellijk erna volgende verzen, wordt de staat van het ware beschreven, wanneer het nabij is en het goede waarneemt, waarmee het verbonden moet worden. Maar men moet weten, dat deze staten niet in één keer ontstonden, maar voortdurend, het gehele leven van de Heer in de wereld door, totdat Hij verheerlijkt was.

Bij de wederverwekten is het evenzo gesteld, want zij worden niet opeens, in één keer wederverwekt, maar voortdurend, het gehele leven door, ook in het andere leven; want de mens kan nooit volmaakt worden.

10619. 'And great in goodness and truth' means that He is absolute Goodness and absolute Truth. This is clear from the consideration that the Divine is infinite, and nothing other can be said of the Infinite than that He is the Absolute, or Being itself, and so is absolute Goodness; and being absolute Goodness He is also absolute Truth since all truth is the complement of good. But this Absoluteness is expressed in the sense of the letter by the description 'great in goodness and truth', thus by words descriptive of something finite on account of man's finite power of perception. That the Divine is absolute Goodness is clear in Matthew,

Jesus said to the young man, Why do you call Me good? None is good except one, God. Matthew 19:17.

By this one should understand that the Lord, and the Lord alone, is good, thus is absolute Goodness. And that He is absolute Truth is clear in John,

Jesus said, I am the way, and the truth, and the life. John 14:6.