Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 1

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

1. Dat het Woord van het Oude Testament verborgenheden van de hemel bevat, en dat zowel het geheel als elke bijzonderheid daarvan op de Heer betrekking heeft, op Zijn hemel, op de Kerk, op het geloof en de dingen van het geloof, kan geen sterveling uit de letter opmaken. Uit de letter of uit de letterlijke zin ziet niemand iets anders, dan dat het in het algemeen gaat over de uiterlijke dingen van de Joodse Kerk, terwijl er overal een innerlijke zin is, dat nergens in het uiterlijke aan het licht komt, behalve dan het zeer weinige dat de Heer onthuld heeft en aan de apostelen heeft ontvouwd; zo bijvoorbeeld, dat de offeranden de Heer betekenen, het land Kanaän en Jeruzalem en ook het Paradijs, de hemel betekenen, waarom dan ook van het hemelse Kanaän en Jeruzalem gesproken wordt.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer # 254

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 325  
  

254. Het Woord in de letter kan niet worden gevat dan door leer vanuit het Woord door een verlichte gemaakt. De zin van de letter ervan is aangepast aan de bevatting van ook de eenvoudiger mensen, en daarom zal de leer vanuit het Woord hun tot lamp zijn.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4989

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

4989. En zij zei: Lig bij mij; dat dit betekent dat het de verbinding begeerde, staat vast uit de betekenis van ‘bij mij liggen’, namelijk de verbinding, te weten van het geestelijk natuurlijk goede, dat nu Jozef is, met het niet geestelijk natuurlijk ware, dat de echtgenote van zijn heer is, maar de onwettige verbinding. De verbindingen van het goede met het ware en van het ware met het goede worden in het Woord beschreven door huwelijken; zie de nrs. 2727-2759, 3132, 3665, 4434, 4837. Vandaar komt het dat de onwettige verbindingen worden beschreven door hoererijen; hier dus de verbinding van het niet geestelijk natuurlijk ware met het geestelijk natuurlijk goede daarmee dat de echtgenote van zijn heer bij hem wilde liggen. Er is geen verbinding hiervan in de innerlijke dingen, maar alleen in de uiterlijke, waarin zij als een verbinding verschijnt, maar het is alleen een aanverwantschap; vandaar komt het ook dat zij hem bij zijn kleed greep en dat hij het kleed in haar hand liet; met het kleed immers wordt in de innerlijke zin het uiterlijke aangeduid, waardoor er als het ware verbinding of waardoor er aanverwantschap is, zoals men ver bij de verzen 12 en 13 zal zien. Dat deze dingen worden aangeduid, kan men niet zien zolang het gemoed of het denken in de historische dingen wordt gehouden; dan immers denkt men over niets anders dan over Jozef, over de echtgenote van Potifar, over de vlucht van Jozef met achterlating van het kleed; maar indien het gemoed of het denken zou worden gehouden in de dingen die worden aangeduid met Jozef, de echtgenote van Potifar en met het kleed, dan zou men bemerken dat eveneens hier over een zekere onwettige geestelijke verbinding wordt gehandeld; en dan kan het gemoed of het denken worden gehouden in de dingen die worden aangeduid, indien men slechts gelooft dat het historische Woord niet Goddelijk is vanwege het louter historische, maar vanwege dat in het historische het geestelijke en het Goddelijke is. En indien men dit geloofde, zou men weten dat het geestelijke en het Goddelijke daarin over het goede en het ware handelt dat van de Kerk en van het rijk van de Heer is, en in de hoogste zin over de Heer Zelf. Wanneer de mens in het andere leven komt, wat terstond na de dood plaatsvindt, dan zal hij, indien hij tot diegenen behoort die in de hemel worden geheven, weten, dat hij niets uit de historische dingen van het Woord onthoudt en zelfs niet eens iets weet over Jozef, noch over Abraham, Izaäk en Jakob, maar alleen over de geestelijke en de Goddelijke dingen die hij vanuit het Woord heeft geleerd en op zijn leven heeft toegepast; zodanig zijn dus die dingen die van binnen in het Woord zijn en die de innerlijke zin ervan worden genoemd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl