Bible

 

Zacharia 6

Studie

   

1 En ik hief mijn ogen weder op, en ik zag; en ziet, vier wangens gingen er uit van tussen twee bergen, en die bergen waren bergen van koper.

2 Aan den eersten wagen waren rode paarden; en aan den tweeden wagen waren zwarte paarden.

3 En aan den derden wagen witte paarden; en aan den vierden wagen hagelvlekkige paarden, die sterk waren.

4 En ik antwoordde, en zeide tot den Engel, Die met mij sprak: Wat zijn deze, mijn Heere?

5 En de Engel antwoordde, en zeide tot mij: Deze zijn de vier winden des hemels, uitgaande van daar zij stonden voor den Heere der ganse aarde.

6 Aan welken wagen de zwarte paarden zijn, die paarden gaan uit naar het Noorderland; en de witte gaan uit, dezelve achterna; en de hagelvlekkige gaan uit naar het Zuiderland.

7 En die sterke paarden gingen uit, en zochten voort te gaan, om het land te doorwandelen; want Hij had gezegd: Gaat heen, doorwandelt het land. En zij doorwandelden het land.

8 En Hij riep mij, en sprak tot mij, zeggende: Zie, deze, die uitgegaan zijn naar het Noorderland, hebben Mijn Geest doen rusten in het Noorderland.

9 En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:

10 Neem van de gevankelijk weggevoerden van Cheldai, van Tobia, en van Jedaja, en kom gij te dien dage, en ga in ten huize van Josia, den zoon van Zefanja, dewelke uit Babel gekomen zijn;

11 Te weten, neem zilver en goud, en maak kronen; en zet ze op het hoofd van Josua, den zoon van Jozadak, den hogepriester.

12 En spreek tot hem, zeggende: Alzo spreekt de HEERE der heirscharen, zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal des HEEREN tempel bouwen.

13 Ja, Hij zal den tempel des HEEREN bouwen, en Hij zal het sieraad dragen, en Hij zal zitten, en heersen op Zijn troon; en Hij zal priester zijn op Zijn troon; en de raad des vredes zal tussen die Beiden wezen.

14 En die kronen zullen wezen voor Chelem, en voor Tobia, en voor Jedaja, en voor Chen, den zoon van Zefanja, tot een gedachtenis in den tempel des HEEREN.

15 En die verre zijn, zullen komen, en zullen bouwen in den tempel des HEEREN, en gijlieden zult weten, dat de HEERE der heirscharen mij tot u gezonden heeft. Dit zal geschieden, indien gij vlijtiglijk zult horen naar de stem des HEEREN, uws Gods.

   

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalyps Onthuld # 376

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 962  
  

376. En een uit de Ouderen antwoordde, zeggende tot mij: Dezen die bekleed zijn met witte lange klederen, wie zijn zij en van waar zijn zij gekomen; en ik zei tot hem: Heer, gij kent het, betekent het verlangen van te weten en van de wil van te vragen en het antwoord en de inlichting.

De oorzaak dat Johannes over deze dingen een vraag werd gesteld, is deze dat het in alle Goddelijke eredienst gebruikelijk is, dat de mens eerst zal willen, verlangen en bidden en de Heer dan antwoordt, inlicht en doet; anders neemt de mens niet enig Goddelijke op.

Omdat nu Johannes hen zag die met witte lange klederen bekleed waren en verlangde te weten en te vragen wie zij wel waren en dit in de hemel werd doorvat, werd hem daarom eerst de vraag gesteld en werd hij daarna daaromtrent ingelicht.

Evenzo vond dit plaats met de profeet Zacharia toen hij tal van dingen voor zich zag uitgebeeld, zoals kan vaststaan uit, (Zacharia 1:9, 19, 21; 4:2, 5, 11, 12; 5:2, 6, 10; 6:4).

Bovendien leest men zeer vaak in het Woord, dat de Heer antwoordt wanneer men Hem aanroept en tot Hem roept, zoals in, (Psalm 4:2; 17:6; 20:10; 34:5; 91:15; 120:1); en ook dat hij geeft wanneer men vraagt, (Mattheüs 7:7, 8; 21:22; Johannes 14:13, 14; 15:7; 16:23-27); niettemin geeft de Heer het dat men vraagt en wat men zal vragen en dus weet Hij het van tevoren, toch wil de Heer dat de mens eerst zal vragen; de oorzaak hiervan is dat hij het doet zoals uit zich en het hem zo wordt toegeëigend; anders zou het, indien de vraag waarvoor gebeden wordt zelf niet uit de Heer was, in die plaatsen niet gezegd zijn, dat men alles zou ontvangen wat men vragen zou.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl