Bible

 

Numeri 12

Studie

   

1 Mirjam nu sprak, en Aaron, tegen Mozes, ter oorzake der vrouw, der Cuschietische, die hij genomen had; want hij had een Cuschietische ter vrouw genomen.

2 En zij zeiden: Heeft dan de HEERE maar alleen door Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door ons gesproken? En de HEERE hoorde het!

3 Doch de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen, die op den aardbodem waren.

4 Toen sprak de HEERE haastelijk tot Mozes, en tot Aaron, en tot Mirjam: Gij drie, komt uit tot de tent der samenkomst! En zij drie kwamen uit.

5 Toen kwam de HEERE af in de wolkkolom, en stond aan de deur der tent; daarna riep Hij Aaron en Mirjam; en zij beiden kwamen uit.

6 En Hij zeide: Hoort nu Mijn woorden! Zo er een profeet onder u is, Ik, de HEERE, zal door een gezicht Mij aan hem bekend maken, door een droom zal Ik met hem spreken.

7 Alzo is Mijn knecht Mozes niet, die in Mijn ganse huis getrouw is.

8 Van mond tot mond spreek Ik met hem, en door aanzien, en niet door duistere woorden; en de gelijkenis des HEEREN aanschouwt hij; waarom dan hebt gijlieden niet gevreesd tegen Mijn knecht, tegen Mozes, te spreken?

9 Zo ontstak des HEEREN toorn tegen hen, en Hij ging weg.

10 En de wolk week van boven de tent; en ziet, Mirjam was melaats, wit als de sneeuw. En Aaron zag Mirjam aan, en ziet, zij was melaats.

11 Daarom zeide Aaron tot Mozes: Och, mijn heer! leg toch niet op ons de zonde, waarmede wij zottelijk gedaan, en waarmede wij gezondigd hebben!

12 Laat zij toch niet zijn als een dode, van wiens vlees, als hij uit zijns moeders lijf uitgaat, de helft wel verteerd is!

13 Mozes dan riep tot den HEERE, zeggende: O God! heel haar toch!

14 En de HEERE zeide tot Mozes: Zo haar vader smadelijk in haar aangezicht gespogen had, zou zij niet zeven dagen beschaamd zijn? Laat haar zeven dagen buiten het leger gesloten, en daarna aangenomen worden!

15 Zo werd Mirjam buiten het leger zeven dagen gesloten; en het volk verreisde niet, totdat Mirjam aangenomen werd.

16 Maar daarna verreisde het volk van Hazeroth, en zij legerden zich in de woestijn van Paran.

   

Komentář

 

Teeth

  

In Genesis 49:12, "teeth whiter than milk" signify the Celestial Spiritual [milk] in the Lord's Natural [teeth], where Judah is here representing the Lord. (Arcana Coelestia 2184-2185).

In Psalms 3:7; 37:12, 58:6; Matthew 8:12, teeth signify the lowest natural things in man: in the genuine sense, their truths, in the opposite sense, their falsities. So the gnashing of teeth signifies the collision of falsities with truths. (Arcana Coelestia 4424[3])

In Exodus 21:27, this signifies truth in the natural, here the ultimate, which is the sensuous. (Arcana Coelestia 9062)

The tooth signifies the corporeal proprium, which is the lowest degree of man. (Arcana Coelestia 10283[12])

'Teeth,' as in Genesis 49:12, in the genuine sense, signify the natural level of life. Any hard part of the body, like bones and cartilage, corresponds to the truths and goods of the lowest natural level. 'Teeth' signify the outer edges of the life of the natural self, or the sensory level. There is a natural sensory will, and a natural sensory understanding. When the sensory levels are separated from the interior of the mind, their supposed truths are really mere falsities, and do violence to truths and destroy them. This situation appears in many passages, because sensory people do not see any truth in its own light, but engage in reasoning and altercations about everything... These altercations are heard in the hells as the gnashing of teeth. Viewed in itself, this is the collision of falsity and truth. This is the meaning of 'gnashing of teeth' in Matthew 8:12, 13:42, 50, 22:13, 24:51, 25:30, and Luke 13:28.

(Odkazy: Apocalypse Revealed 435)