Bible

 

Hosea 14

Studie

   

1 Samaria zal woest worden, want zij is wederspannig geweest tegen haar God; zij zullen door het zwaard vallen, hun kinderkens zullen verpletterd, en hun zwangere vrouwen zullen opengesneden worden.

2 Bekeer u, o Israel! tot den HEERE, uw God, toe; want gij zijt gevallen om uw ongerechtigheid.

3 Neem deze woorden met u, en bekeer u tot den HEERE; zeg tot Hem: Neem weg alle ongerechtigheid, en geef het goede, zo zullen wij betalen de varren onzer lippen.

4 Assur zal ons niet behouden, wij zullen niet rijden op paarden, en tot het werk onzer handen niet meer zeggen: Gij zijt onze God. Immers zal een wees bij U ontfermd worden.

5 Ik zal hunlieder afkering genezen, Ik zal hen vrijwilliglijk liefhebben; want Mijn toorn is van hem gekeerd.

6 Ik zal Israel zijn als de dauw; hij zal bloeien als de lelie, en hij zal zijn wortelen uitslaan als de Libanon.

7 Zijn scheuten zullen zich uitspreiden, en zijn heerlijkheid zal zijn als des olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als de Libanon.

8 Zij zullen wederkeren, zittende onder zijn schaduw; zij zullen ten leven voortbrengen als koren, en bloeien als de wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon.

9 Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op hem zien; Ik zal hem zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. [ (Hosea 14:10) Wie is wijs? die versta deze dingen; wie is verstandig? die bekenne ze; want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardigen zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen daarin vallen. ]

   

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalyps Onthuld # 401

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 962  
  

401. En al het groene gras is verbrand, betekent: zo al het levende van het geloof.

Met verbranden wordt aangeduid vergaan, zoals eerder in nr. 400; met het groene gras wordt in het Woord aangeduid dat goede en ware van de Kerk of van het geloof dat in de natuurlijke mens het eerst wordt geboren; iets eenders wordt ook aangeduid met het kruid des velds; en omdat het geloof leeft vanuit het goede en het ware, wordt daarom daarmee dat al het groene gras is verbrand, aangeduid dat al het levende van het geloof is vergaan; en al het levende van het geloof vergaat, wanneer er niet enige aandoening van het goede en doorvatting van het ware is, waarover eerder.

Dat dit met het gras wordt aangeduid, is eveneens vanuit overeenstemming; en daarom vertoeven degenen die het geloof van de naastenliefde scheiden, niet alleen in de leer maar ook in het leven daarnaar, in de geestelijke wereld in de woestijn, waar zelfs geen gras is.

Aangezien de vruchtboom de mens betekent ten aanzien van de aandoeningen van het goede en van de doorvattingen van het ware, betekent zo dus het groene gras de mens ten aanzien van datgene van de Kerk dat het eerst bij hem ontvangen en eveneens geboren wordt en het niet-groene gras betekent dit, maar dan te gronde gericht.

In het algemeen betekenen alle dingen die in: tuinen, wouden, akkers en velden zijn, de mens ten aanzien van iets van de Kerk, of wat hetzelfde is, iets van de Kerk bij hem; de oorzaak is deze dat zij overeenstemmen; dat het gras dat betekent, kan vaststaan uit deze plaatsen:

‘De stem zei: Roep; en hij zei: Wat zal ik roepen. Alle vlees is gras; het gras is verdord en de bloem is afgevallen, omdat de wind daarin geblazen heeft; voorwaar, gras is het volk, het gras is verdord en de bloem is afgevallen en het Woord van onze God zal bestaan tot in het eeuwige’, (Jesaja 40:5-8).

‘De bewoners des lands zijn kruiden des velds geworden, grasscheutjes, gras der daken en de akker is verbrand eer hij zaaiveld was’, (Jesaja 37:27; 2 Koningen 19:26).

‘Ik zal Mijn zegen uitgieten op uw geborenen en zij zullen uitspruiten in het midden van het gras’, (Jesaja 44:3, 4; 51:12; Psalm 37:2; Psalm 103:15; Psalm 129:6; Deuteronomium 32:2).

Dat met het groenende of het groene dat wat leeft of het levende wordt aangeduid, blijkt bij, (Jeremia 17:8; 11:16; Ezechiël 17:24; 20:47; Hosea 14:9; Psalm 37:35; Psalm 52:10; Psalm 92:15).

Iets eenders als hier in de Openbaring wordt gezegd, vond plaats in Egypte, namelijk ‘dat vanwege de hagel en het vuur, met elkaar vermengd, alle boom en alle kruid des velds verbrand werden’, (Exodus 9:23-35; Psalm 78:47-49; Psalm 105:32, 33).

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl