Bible

 

Genesis 15

Studie

   

1 Na deze dingen geschiedde het woord des HEEREN tot Abram in een gezicht, zeggende: Vrees niet, Abram! Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot.

2 Toen zeide Abram: Heere, Heere! wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger van mijn huis is deze Damaskener Eliezer?

3 Voorts zeide Abram: Zie, mij hebt Gij geen zaad gegeven, en zie, de zoon van mijn huis zal mijn erfgenaam zijn!

4 En ziet, het woord des HEEREN was tot hem, zeggende: Deze zal uw erfgenaam niet zijn; maar die uit uw lijf voortkomen zal, die zal uw erfgenaam zijn.

5 Toen leidde Hij hem uit naar buiten, en zeide: Zie nu op naar den hemel, en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw zaad zijn!

6 En hij geloofde in den HEERE; en Hij rekende het hem tot gerechtigheid.

7 Voorts zeide Hij tot hem: Ik ben de HEERE, Die u uitgeleid heb uit Ur der Chaldeen, om u dit land te geven, om dat erfelijk te bezitten.

8 En hij zeide: Heere, Heere! waarbij zal ik weten, dat ik het erfelijk bezitten zal?

9 En Hij zeide tot hem: Neem Mij een driejarige vaars, en een driejarige geit, en een driejarige ram, en een tortelduif, en een jonge duif.

10 En hij bracht Hem deze alle, en hij deelde ze middendoor, en hij legde elks deel tegen het andere over; maar het gevogelte deelde hij niet.

11 En het wild gevogelte kwam neder op het aas; maar Abram joeg het weg.

12 En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe slaap op Abram; en ziet, een schrik, en grote duisternis viel op hem.

13 Toen zeide Hij tot Abram: Weet voorzeker, dat uw zaad vreemd zal zijn in een land, dat het hunne niet is, en zij zullen hen dienen, en zij zullen hen verdrukken vierhonderd jaren.

14 Doch Ik zal het volk ook rechten, hetwelk zij zullen dienen; en daarna zullen zij uittrekken met grote have.

15 En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begraven worden.

16 En het vierde geslacht zal herwaarts wederkeren; want de ongerechtigheid der Amorieten is tot nog toe niet volkomen.

17 En het geschiedde, dat de zon onderging en het duister werd, en ziet, daar was een rokende oven en vurige fakkel, die tussen die stukken doorging.

18 Ten zelfden dage maakte de HEERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath:

19 Den Keniet, en den Keniziet, en den Kadmoniet,

20 En den Hethiet, en den Fereziet, en de Refaieten,

21 En den Amoriet, en den Kanaaniet, en den Girgaziet, en den Jebusiet.

   

Ze Swedenborgových děl

 

Arcana Coelestia # 1834

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

1834. The fowls came down upon the bodies. That this signifies evils and the falsities thence derived that were desirous to destroy, is evident from the signification of “fowls,” as being falsities. “Fowls” in the Word signify truth-as shown above-and also in the opposite sense falsity (for almost all such things in the Word are thus used in both senses); that “fowls” signify falsity also has been shown before (n. 778, 866, 988). Everyone can see that this signifies arcana; otherwise it would not have been worthy of mention. What the arcanum is has also been already stated, and is evident from the series or connection of things in the internal sense, namely, that it is concerning the state of the church.

[2] When a church is raised up by the Lord, it is in the beginning blameless, and the one then loves the other as his brother, as is known from the case of the primitive church after the Lord’s coming. All the church’s children then lived together as brethren, and likewise called one another brethren, and loved one another; but in process of time charity grew cold and vanished away; and as it vanished, evils succeeded, and together with these falsities insinuated themselves. Hence came schisms and heresies, which would never be the case if charity were regnant and alive, for then they would not even call schism schism, nor heresy heresy, but a doctrinal matter in accordance with each person’s opinion; and this they would leave to each person’s conscience, provided such doctrinal matter did not deny first principles, that is, the Lord, eternal life, and the Word; and provided it was not contrary to the Divine order, that is, to the precepts of the Decalogue.

[3] The evils and the falsities thence derived which succeed in the church when charity vanishes, are what are here meant by the fowls which Abram drove away, that is, which the Lord, who is here represented by Abram, put to flight. Abram drove away nothing but the fowls, and nothing at all of evil and falsity; nor is Abraham known in heaven except as is any other man, who can do nothing at all of himself; but the Lord alone; as also is said by Isaiah:

Thou art our Father, for Abraham knoweth us not, and Israel doth not acknowledge us; Thou O Jehovah art our Father, our Redeemer; Thy name is from everlasting (Isaiah 63:16).

  
/ 10837  
  

Thanks to the Swedenborg Foundation for the permission to use this translation.