Bible

 

Genesis 15

Studie

   

1 Na deze dingen geschiedde het woord des HEEREN tot Abram in een gezicht, zeggende: Vrees niet, Abram! Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot.

2 Toen zeide Abram: Heere, Heere! wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger van mijn huis is deze Damaskener Eliezer?

3 Voorts zeide Abram: Zie, mij hebt Gij geen zaad gegeven, en zie, de zoon van mijn huis zal mijn erfgenaam zijn!

4 En ziet, het woord des HEEREN was tot hem, zeggende: Deze zal uw erfgenaam niet zijn; maar die uit uw lijf voortkomen zal, die zal uw erfgenaam zijn.

5 Toen leidde Hij hem uit naar buiten, en zeide: Zie nu op naar den hemel, en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw zaad zijn!

6 En hij geloofde in den HEERE; en Hij rekende het hem tot gerechtigheid.

7 Voorts zeide Hij tot hem: Ik ben de HEERE, Die u uitgeleid heb uit Ur der Chaldeen, om u dit land te geven, om dat erfelijk te bezitten.

8 En hij zeide: Heere, Heere! waarbij zal ik weten, dat ik het erfelijk bezitten zal?

9 En Hij zeide tot hem: Neem Mij een driejarige vaars, en een driejarige geit, en een driejarige ram, en een tortelduif, en een jonge duif.

10 En hij bracht Hem deze alle, en hij deelde ze middendoor, en hij legde elks deel tegen het andere over; maar het gevogelte deelde hij niet.

11 En het wild gevogelte kwam neder op het aas; maar Abram joeg het weg.

12 En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, zo viel een diepe slaap op Abram; en ziet, een schrik, en grote duisternis viel op hem.

13 Toen zeide Hij tot Abram: Weet voorzeker, dat uw zaad vreemd zal zijn in een land, dat het hunne niet is, en zij zullen hen dienen, en zij zullen hen verdrukken vierhonderd jaren.

14 Doch Ik zal het volk ook rechten, hetwelk zij zullen dienen; en daarna zullen zij uittrekken met grote have.

15 En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begraven worden.

16 En het vierde geslacht zal herwaarts wederkeren; want de ongerechtigheid der Amorieten is tot nog toe niet volkomen.

17 En het geschiedde, dat de zon onderging en het duister werd, en ziet, daar was een rokende oven en vurige fakkel, die tussen die stukken doorging.

18 Ten zelfden dage maakte de HEERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath:

19 Den Keniet, en den Keniziet, en den Kadmoniet,

20 En den Hethiet, en den Fereziet, en de Refaieten,

21 En den Amoriet, en den Kanaaniet, en den Girgaziet, en den Jebusiet.

   

Ze Swedenborgových děl

 

Arcana Coelestia # 1676

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

1676. 'As far as El-paran which is over into the wilderness' means the range of their extension. This becomes clear from the fact that the Horites were smitten and made to flee as far as that place. The wilderness of Paran is mentioned in Genesis 21:21; Numbers 10:12; 12:16; 13:3, 26; Deuteronomy 1:1. What 'El-paran which is in the wilderness' means here cannot be easily explained beyond this, that the Lord's first victory over the hells meant by those nations did not as yet extend any further. But how far it did extend is meant by 'El-paran which is over into the wilderness'.

[2] Anyone who has not been given to know heavenly arcana may imagine that there was no necessity for the Lord's Coming into the world to fight with the hells, and by means of the temptations He suffered to war successfully against them and overcome them, since Divine Omnipotence could at any point have subdued them and confined them to their own particular hells. That it was nevertheless necessary stands as an unchanging truth. To disclose merely the most general aspects of those arcana however would take up a whole work, and would also provide opportunities for reasonings about Divine mysteries which, though disclosed, people's minds would not grasp. Nor would the majority wish to grasp them.

[3] It is enough therefore if people know and, since it is so, believe it to be an eternal truth that unless the Lord had come into the world and by means of the temptations which He suffered had overcome and conquered the hells, the human race would have perished, and that if He had not done so none who have lived on this planet even from the time of the Most Ancient Church could have been saved.

  
/ 10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.