Bible

 

Ezechiël 19

Studie

   

1 Verder, hef gij een weeklage op over de vorsten van Israel,

2 En zeg: Wat was uw moeder? Een leeuwin, onder de leeuwen nederliggende; zij bracht haar welpen op in het midden der jonge leeuwen.

3 Zij toog nu een van haar welpen op; het werd een jonge leeuw, die leerde roof te roven, hij at mensen op.

4 Dit hoorden de volken van hem, hij werd gegrepen in hun groeve; en zij brachten hem met haken naar Egypteland.

5 Zij nu ziende, dat zij in hope was geweest, doch haar verwachting verloren was, zo nam zij een ander van haar welpen, hetwelk zij tot een jongen leeuw stelde.

6 Deze wandelde steeds onder de leeuwen, werd een jonge leeuw, en leerde roof te roven, hij at mensen op.

7 Hij bekende zijn weduwen, en hij verwoestte hun steden; zodat het land en zijn volheid ontzet werd van de stem zijner brulling.

8 Toen begaven zich de volken tegen hem rondom uit de landschappen, en zij spreidden hun net over hem uit; in hun groeve werd hij gegrepen.

9 En zij stelden hem in gesloten bewaring met haken, opdat zij hem brachten tot den koning van Babel; zij brachten hem in vestingen, opdat zijn stem niet meer gehoord wierde op de bergen Israels.

10 Uw moeder was als een wijnstok in uw stilheid, geplant bij wateren; hij was vruchtbaar en vol ranken vanwege vele wateren.

11 En hij had sterke roeden tot scepteren der heersers, en de stam van elke roede werd hoog tussen de dichte takken; en hij werd gezien door zijn hoogte, met de menigte zijner takken.

12 Maar hij werd door grimmigheid uitgerukt, en ter aarde geworpen, en de oostenwind heeft zijn vrucht verdroogd; zijn sterke roeden zijn afgebroken en zijn verdroogd; het vuur heeft ze verteerd.

13 En nu is hij geplant in een woestijn, in een dor en dorstig land.

14 Daartoe is een vuur uitgegaan uit een roede zijner ranken, dat zijn vrucht verteerd heeft; zodat aan hem geen sterke roede is tot een scepter, om te heersen. Dit is een weeklage, en is tot een weeklage geworden.

   

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalypse Revealed # 778

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 962  
  

778. "And wine, oil, flour, wheat." This symbolically means that these Roman Catholics no longer have any worship that springs from celestial truths and goods, because they have nothing inwardly in their worship that corresponds to the aforesaid things.

This statement is similar to ones explained just above and in previous numbers, the only difference being that the valuables here symbolize celestial goods and truths.

Just what goods and truths are called celestial, and what spiritual, may be seen in no. 773 above. It may also be seen that the Roman Catholics meant here possess none of these, nor are there any in their worship. For, as we said above, the goods and truths of doctrine are present in worship as the soul is in the body. Consequently worship without these is a lifeless worship. Of such a character is worship that is reverent in outward appearances, but which has in it no internal reverence.

That wine symbolizes truth springing from the goodness of love may be seen in no. 316 above. That oil symbolizes the goodness of love will be seen in the next number. Flour symbolizes celestial truth, and wheat symbolizes celestial good.

[2] Wine, oil, flour and wheat symbolize the truths and goods in worship, because they were the ingredients in drink offerings and grain offerings, which were offered on the altar along with other sacrifices, and sacrifices and other offerings offered on the altar symbolize worship, since it was in these that the Israelites' worship chiefly consisted.

That drink offerings, which were ones of wine, were offered on the altar along with other sacrifices, can be seen in Exodus 29:40; Leviticus 23:12-13, 18-19; Numbers 15:2-15; 28:11-15, 18-31; 29:1-7ff.; and also in Isaiah 57:6; 65:11; Jeremiah 7:18; 44:17-19; Ezekiel 20:28; Joel 1:9; Psalms 16:4; Deuteronomy 32:38.

That oil was also offered on the altar along with sacrifices, can be seen in Exodus 29:40.

That grain offerings, which consisted of wheat flour, were offered on the altar along with other sacrifices, can be seen in Exodus 29:40).

It can be seen from this that these four articles - wine, oil, flour and wheat - were sacred and celestial elements in their worship.

  
/ 962  
  

Many thanks to the General Church of the New Jerusalem, and to Rev. N.B. Rogers, translator, for the permission to use this translation.