Bible

 

Exodus 31

Studie

   

1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

2 Zie, Ik heb met name geroepen Bezaleel, den zoon van Uri, den zoon van Hur, van den stam van Juda.

3 En Ik heb hem vervuld met den Geest Gods, met wijsheid, en met verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk;

4 Om te bedenken vernuftigen arbeid; te werken in goud, en in zilver, en in koper,

5 En in kunstige steensnijding, om in te zetten, en in kunstige houtsnijding, om te werken in alle handwerk.

6 En Ik, zie, Ik heb hem bijgevoegd Aholiab, den zoon van Ahisamach, van den stam van Dan; en in het hart van een iegelijk, die wijs van hart is, heb Ik wijsheid gegeven; en zij zullen maken al wat Ik u geboden heb.

7 Namelijk de tent der samenkomst, en de ark der getuigenis, en het verzoendeksel, dat daarop zal zijn, en al het gereedschap der tent;

8 En de tafel, met haar gereedschap; en den louteren kandelaar, met al zijn gereedschap; en het reukaltaar;

9 Ook des brandoffers altaar, met al zijn gereedschap; en het wasvat met zijn voet;

10 En de ambtsklederen, en de heilige klederen van den priester Aaron, en de klederen van zijn zonen, om het priesterambt te bedienen;

11 Ook de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen voor het heiligdom; naar alles, wat Ik u geboden heb, zullen zij het maken.

12 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

13 Gij nu, spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Gij zult evenwel mijn sabbatten onderhouden; want dit is een teken tussen Mij en tussen ulieden, bij uw geslachten; opdat men wete, dat Ik de HEERE ben, Die u heilige.

14 Onderhoudt dan den sabbat, dewijl hij ulieden heilig is! Wie hem ontheiligt, zal zekerlijk gedood worden; want een ieder, die op denzelven enig werk doet, die ziel zal uitgeroeid worden uit het midden harer volken.

15 Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN! Wie op de sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.

16 Dat dan de kinderen Israels de sabbat houden, de sabbat onderhoudende in hun geslachten, tot een eeuwig verbond.

17 Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen Israels een teken in eeuwigheid zijn; dewijl de HEERE, in zes dagen, den hemel en de aarde gemaakt, en op den zevenden dag gerust en Zich verkwikt heeft.

18 En Hij gaf aan Mozes, als Hij met hem op den berg Sinai te spreken geeindigd had, de twee tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven met den vinger Gods.

   

Ze Swedenborgových děl

 

Arcana Coelestia # 10362

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

10362. 'He who profanes it' means being led by self and one's own loves, and not by the Lord. This is clear from the meaning of 'profaning the sabbath', or doing work on the sabbath day, as being led by self and not by the Lord, thus by one's own loves. That this is what 'profaning the sabbath' means is clear in Isaiah,

If you turn you foot away from the sabbath, so that you do not do your own will on My holy day, and do not do your own ways, and do not find your own desire and speak [your own] words ... Isaiah 58:13.

'Turning one's foot away from the sabbath' means forsaking such things as belong to the natural man. 'Doing one's own will' means doing that which is favourable to selfish desires and the evils of self-love and love of the world. 'Doing one's own ways' means doing that which is favourable to the falsities of evil. 'Finding one's own desire' means leading a life that accords with the delights that belong to those types of love, and 'speaking [one's own] words' thinking such things. From all this it is evident that 'profaning the sabbath' means being led by self and one's own loves, and not by the Lord, who in the highest sense is the sabbath, as shown just above.

[2] The like is meant by the kinds of work, such as cutting wood, lighting a fire, preparing food then, gathering in the harvest, and many other kinds, which people were prohibited from doing on the sabbath day; all these had a like meaning. 'Cutting wood' meant being led by self to do what was good; 'lighting a fire' meant being inflamed to do it by their own selfish loves; and 'preparing food' meant teaching themselves by means of their own intelligence. No one can know except from the internal sense that these prohibitions which have been mentioned imply such things.

[3] It should in addition be remembered that being led by self and being led by the Lord are two opposites. Someone who is led by self is led by his own loves, and so by hell since the loves that are a person's own originate there; but someone who is led by the Lord is led by heaven's loves, which are love to the Lord and love towards the neighbour. One who is led by these loves is allured away from selfish loves, whereas one who is led by selfish loves is allured away from heaven's loves; for selfish loves agree in no way at all with heaven's loves. A person's life is located either in heaven or in hell; it is impossible for it to be in one and at the same time in the other. This is how the Lord's words in Matthew should be understood,

No one can serve two lords, for either he will hate the one and love the other, or he will cling to the one and disregard the other. Matthew 6:24.

From all this it is evident what 'doing work on the sabbath day' means.

  
/ 10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.